-22- en wij willen eerst eens zien dat het aangegeven wordt dat het nodig is dat er een nieuwe openbare school op het scholenplan wordt opgevoerd. De heer DU PONT: Voorzitter, als je bij de bestudering van de stukken dit voorstel krijgt dan denk je dat besluit hebben we al genomen. We hebben namelijk vorig jaar exact hetzelfde besluit genomen als hier voorgelegd wordt, alleen met een klein nuanceverschil omtrent de plaatsbepaling. Het wordt nog merkwaardiger als je dan ziet dat in feite het antwoord op het voorstel van vorig jaar al in de map erbij ligt, namelijk van het mi nisterie waarin ze dus qua plaatsbepaling zeggen, op grond van het huis vestingsbesluit van er is voldoende ruimte binnen de grenzen. De plaats bepaling zoals die door de raad is vastgesteld gaat niet door. De vraag is moet je nu dit besluit weer herhalen, terwijl wij het antwoord in feite al in de map gevonden hebben. Maar, nou blijkt dus het zo te zijn dat het nog een keer dat besluit genomen moet worden als de school nog niet voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Ik denk dat er verschilpunten in zitten. Die brief die van het ministerie is gekomen houdt in feite toch in dacht ik, maar ik denk dat dat verschil van interpretatie is, dat een tweede school in de bekostiging is opgenomen, want ze beslissen in feite al over de huisvesting. Ik heb nog getracht daarnaar te informeren, ik kon daar geen duidelijkheid over krijgen, maar ik vind het wel een merk waardige situatie moet ik eerlijk zeggen. Op zijn zachtst gezegd. De heer VAN LEEUWAARDEN: Ja, mijnheer de voorzitter, op zich akkoord met het voorstel. Ook ik heb me wat laten informeren. Ik heb met het ministe rie gebeld en daar heb ik begrepen dat de behoefte aan die openbare school wordt door het ministerie niet in twijfel getrokken. Het probleem spitst zich toe op de plaats van vestiging en daarin zegt het ministerie in feite de aangegeven lokatie door de gemeente die honoreren we niet, dat is wat in de laatste brief staat, ze verwijzen daar als voorbeeld naar De Bukehof. Ze zeggen van je zou daar ook je lokatie kunnen kiezen. Dus er is geen discussie over het feit of er een tweede openbare school moet komen. Daar wordt niet aan getwijfeld door het ministerie, alleen de plaats van ves tiging. Maar de plaats van vestiging daar is in principe de gemeente de gene die in eerste instantie met plannen moet komen. In het kader van die uitleg heb ik ook gevraagd is er dan enig inzicht in het ministerie waar er nog meer leegstand is. Nou daar werd aangegeven, even snel globaal, dat er bijvoorbeeld in De Schakel volgens het ministerie ook twee lokalen leeg zouden staan. Nou, in dit verband zeg ik dan moeten we dit besluit zoals het nu geformuleerd is denk ik herbevestigen. Dat moet ook elk jaar als de school maar niet voor bekostiging in aanmerking is genomen, moet je het jaar daarop wederom weer het besluit nemen dat je nog steeds voor nemens bent om een tweede openbare school te stichten. Ik zou de wethouder willen vragen om in de komende periode eens heel goed te kijken naar alle scholen in Oudenbosch, maar toch in het bijzonder naar degenen die in het centrum van Oudenbosch zijn gevestigd om toch zo dicht mogelijk bij de gewenste lokatie die tweede openbare school te realiseren. Maar ja, dat zal dan niet een apart gebouw zijn vooralsnog. Overigens dat besluit van het ministerie kan altijd weer veranderd worden. Het hoeft niet nood zakelijkerwijs te betekenen dat het antwoord op dit verzoek weer exact hetzelfde zal zijn, maar het ligt wel in de rede dat het wel zo zal zijn. Vandaar mijn vraag van wethouder, laten we het zo vaststellen en laten we aan de wethouder vragen om in de komende periode bij andere scholen te kijken of daar wellicht ruimte is en zo dicht mogelijk bij het voedings- gebied dan terecht te komen. De heer VAN DONGEN: Dank u wel, voorzitter. Ja, de aanhouder wint, denk ik. Onze fractie is van mening dat inderdaad zoals hier kamerbreed de me-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 148