-13- wij in de laatste welzijnscommissie al enkele opmerkingen gemaakt. Dit betrof onder meer de verantwoordelijkheid voor het initiatief van de dek king in het tekort. In aansluiting daarop kan ik namens mijn fractie mede delen dat de CDA-fractie graag bereid is om het initiatief voor de kin deropvang te steunen. Niet alleen door het beschikbaarstellen van voor zieningen, maar ook in financieel opzicht. De verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft echter beperkt en niet zoals in uw preadvies gaat het om gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente, want die wordt zelfs eerst genoemd, werkgevers en ouders, maar wij zouden de zaken hier bij toch wel helder willen houden en het gaat primair om de ouders en niet om evengoed de verantwoordelijkheid zoals in het preadvies staat van de ouders. Alleen voor de opvang van sociaal geïndiceerde kinderen en dan zou je kunnen denken aan kinderen uit éénoudergezinnen is er een grotere verantwoordelijkheid van de gemeente. De betreffende ouders kunnen als er kinderopvang is door de inzet van de gemeente in deze vorm een betere ontplooiingskans krijgen. Wij vinden het de moeite waard om voor wat dit betreft, dit onderdeel van het voorstel betreft, de start van de kinder opvang te steunen, ook uit oogpunt van emancipatie, waar we een algemeen beleidskader voor hebben vastgesteld, is een dergelijke start van belang. De mensen kunnen verder studeren, kunnen verder dingen gaan doen. In het algemeen echter zal bij de kinderopvang uitgegaan moeten worden van een volledige dekking van de kosten. Naar onze mening is het een onjuiste zaak om de kosten voor een groot gedeelte op de rekening van de gemeente te laten drukken. Wij rekenen het financieren van tekorten door middel van gemeentelijke gelden niet tot de gemeentelijke taken. Tenzij het gaat om kinderen die uit éénoudergezinnen of laten we zeggen als het gaat om kin deren die normaal dat niet zouden kunnen betalen, want een bijdrage naar draagkracht is ons inziens wel gewenst. Steun aan het voorliggende initia tief willen wij geven, maar die is dan ook nadrukkelijk op deze voorwaarde eenmalig. Mocht het initiatief op deze basis, zoals dat na verloop van een jaar zou blijken, niet voldoende middelen bijeen te brengen zijn, dan dient naar onze mening niet op deze wijze te worden voortgezet, maar is bijstelling noodzakelijk en misschien wordt dan wel besloten niet op deze voet verder te gaan, want er zijn natuurlijk nog andere mogelijkheden om kinderopvang te realiseren. Dus zonder dat dat gebeurt in een georgani seerd verband, maar bij de gemeentebijdrage, dat is natuurlijk al zo oud als de wereld is dat er kinderen opgevangen worden. Wij zouden het denk ik toch wel betreuren als het initiatief niet tot voortzetting zou kunnen leiden, maar wij moeten ons nog bezien op de mogelijkheden om na de voor gestelde proeftijd de zaak verder te continueren. Bij onze mening om de start mogelijk te maken hebben wij er rekening mee gehouden dat ook de centrale overheid initiatieven voor kinderopvang eveneens financieel zal gaan steunen. Onder genoemde voorwaarde, dat het eenmalig is en dat nage gaan wordt op welke wijze dat kostendekking mogelijk is voor zover het niet de ouders betreft uit de sociaal-geïndiceerde gezinnen, zouden wij akkoord kunnen gaan met dit voorstel De heer DU PONT: Voorzitter, ik kan ten aanzien van het standpunt van onze fractie vrij kort zijn. Wij gaan akkoord met het voorstel, maar wij zien het duidelijk als een stimuleringssubsidie en wij willen als bepaling bij de evaluatie of verdere subsidiëring in de toekomst noodzakelijk is. De heer VAN OVERVELD: Nou, een aantal opmerkingen van diverse vertegen woordigers komen voor een groot deel op hetzelfde neer. Zij gaan vrijwel allemaal over de subsidiëring. Het pleidooi van de heer Huijpen deed de tranen in mijn ogen springen, maar die sprongen ook gelijk weer weg toen hij het krediet wat er dan aan vast zit niet meer goedkeurde. Geloof be-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 139