-12-
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het voorstel wat de heer Wijnen wil doen
met betrekking tot de standpuntbepaling inzake het beleid van de vergun
ning Texaco aan de Bosschendijk. Het voorstel heeft ieder van de raadsle
den op zijn tafel aangetroffen. Heeft de heer Wijnen behoefte aan een
toelichting op het voorstel
De heer WIJNEN: Nog enkele zaken die toch van belang zijn. Wij vinden het
erg belangrijk dat de raad volledig op de hoogte komt van de hele gang
van zaken. Dat staat ook in ons voorstel. Tenslotte concluderen wij dat
de beleidsvrijheid van de raad op een belangrijk terrein beperkt is door
wat er gebouwd is en dan is het van groot belang om te weten hoe dat heeft
kunnen geschieden. Ja, daar achter steekt natuurlijk wat is hieraan voor
afgegaan. Er is een duidelijk inzicht nodig omdat anders te gemakkelijk
met de schuldvraag en dergelijke geschoven zou kunnen worden en ook op
dat punt vinden wij dat de raad een verantwoordelijkheid heeft die betrek
king heeft op de verhoudingen tussen raad en college maar ook ten opzichte
van het hele gemeentelijke apparaat. Ik heb met de leden van de andere
fracties, althans de heer Den Braber heb ik niet op de hoogte gesteld om
dat het aanvankelijk eerst om een interpellatie zou gaan, maar nu lijkt
het ons wenselijker omdat het een zaak is die wat ja, wat meer tijd vraagt
om dat wat nader te gaan uitzoeken heb ik niet gezegd dat we een commissie
in zouden gaan stellen, of althans ons voorstel zou zijn. Wij vinden dat
het wel kan ook al zeggen sommige mensen ja, dat is een zaak die nu mo
menteel bij de rechter is. Dat heeft onder andere de heer Van Oosterhout
mij bericht. Dat is juist. Voorzover de belangen van andere partijen daar
in gemengd zijn klopt dat. Dan heeft de rechter, of daar hebben de mensen
zich toe gewend en dat hoeft op zich niet in te houden dat hier intern
niet bezien wordt wat er aan de hand is. Kijk dat is en er hoeft ook nog
geen mening gevormd te worden of een beoordeling te geven. Het gaat eerst
om de feiten: Hoe is het gebeurd en dan komt de zaak naar de raad en als
je dan zegt van nou, dan wachten we wel tot het allemaal eens een keertje
zijn weg bewandeld heeft via de Kroon en GS dan zullen we een hele tijd
verder zijn, terwijl ik in de brief lees dat er overwogen wordt om op kor
te termijn al een wijziging van het bestemmingsplan, die is weliswaar al
7 jaar achterwege gebleven, maar die nu ineens weer wel snel uitgevoerd
zou moeten gaan worden. Ik denk dat het van belang is om deze zaak niet
te lang voor ons uit te schuiven, maar op korte termijn de feiten te ken
nen en ons dan daarover een mening te vormen als raad.
De VOORZITTER: Dank u wel. En daartoe stelt u dus voor dat de raad over
gaat tot het instellen van een commissie ad hoe. Het woord is aan de raad.
De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, ik wist inderdaad niet dat de conclu
sie van de CDA-fractie zou zijn dat er een commissie moest komen toen de
heer Wijnen mij maandagavond belde met de vraag of ik er bezwaar tegen
had dat hij aan uw college vragen zou stellen rondom de Texaco-luifel
Toen heb ik hem laten weten dat ik me daar als rechtgeaard democraat moei
lijk tegen kan verzetten dat hij zaken aan de orde stelt hier, die hij
meent aan de orde te moeten stellen. Want als hij mij medegedeeld zou
hebben dat zijn conclusie zou zijn dat er een commissie moet komen om die
zaak te onderzoeken, dan had ik hem meteen al kunnen vertellen dat dat
mijn conclusie in ieder geval niet is. Ik denk dat dat het onderzoek nou
in de correspondentie die inmiddels gevoerd is en de brieven waarvan wij
afschriften van gehad hebben, is overduidelijk aangegeven op welke momen
ten welke soort fouten gemaakt zijn. Waar gewerkt wordt kunnen altijd fou
ten gemaakt worden. Ik denk niet dat een onderzoek daarnaar meer feiten
op zal leveren en mijn fractie wil vooralsnog de uitspraak van de Kroon
afwachten en dan naar inzicht van zaken handelen.