-11- 10. Voorstel tot beschikbaarstelling van een aanvullend krediet voor het bouw— en woonrijpmaken van het complex Sancta Maria De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, eigenlijk had dit krediet ook in de commissie besproken moeten worden van ja, zo snel mogelijk, maar goed, daar is blijkbaar niet de gelegenheid voor geweest. Wat mij wel opgeval len is, wat is nou de oorzaak van de verschillen die per categorie zo scherp naar voren komen. Er zijn er in februari vorig jaar bedragen ge raamd. Dat was misschien een week voordat Hoogenberk zijn plan lanceerde. Ik neem aan dat dat bekend is. Nu worden er aanmerkelijk hogere bedragen geraamd voor dezelfde soort posten. Ik kan er wel een aantal noemen, maar u zult ze ook wel gezien hebben en dat vraag ik me af, waar zit hem dat nou is. Dat motief dat mis ik. Dan heb ik nog een andere vraag. In de ex ploitatie-opzet is vermeld dat het gebied aan de Parklaan gewaardeerd gaat worden voor 10.000,en toegevoegd is aan het grondbedrijf. Op grond waarvan heeft u dat bedrag gekozen De VOORZITTER: Zit dat in dit voorstel Nee. De heer WIJNEN: Dat zou best kunnen. De VOORZITTER: Ja, maar dat hoort zoals u weet in de commissie ABZ aan de orde te komen en daar zal dat komen hoor. De heer WIJNEN: geen commissie openbare werken en ruimtelijke ordening is, dus ik neem aan dat dat toch als achterliggend stuk bedoeld was. De heer VAN EIJKERENVoorzitter, het krediet wat reeds beschikbaar is, wat door de raad beschikbaar is gesteld op 21 april 1988, berust inderdaad op een raming die op dat moment zo zorgvuldig mogelijk gedaan was, maar toch ten opzichte van de veel meer gedetailleerde berekening van dit mo ment gezien moet worden als een werkkrediet, waarmee we aan de slag konden Dus de afwijking zit met name dus het meer gedetailleerd bekend zijn van een aantal gegevens. Verder met het feit dat er tot dusverre er sprake is van tegenvallers op een aantal terreinen. Men komt veel meer tegen dan men aanvankelijk gedacht heeft. Dat blijkt niet alleen als het om zaken gaat die wij zelf denken uit te voeren. Het gaat bijvoorbeeld om zaken die aan het licht komen nu bij de sloop. Ik wijs bijvoorbeeld naar niet de oudste maar de wat jongere kapel die inmiddels gesloopt is, daar blijkt een fundering onder te zitten waar een flatgebouw van 12 verdiepingen ook op had kunnen rusten en men verwacht dat ja, op het gebied van leidingen en dergelijke, dus in de sfeer van het bouw- en woonrijpmaken, ja, heeft men toch wat meer voorzichtigheid ingebouwd. Uiteindelijk is het straks toch een kwestie van afrekenen op basis van de werkelijke cijfers, maar om vooruit te kunnen en tegenvallers te kunnen opvangen ten opzichte van de oorspronkelijke raming, dat is globaal gezegd het verschil wat erin zit. Daarbij is ook en dat is een derde element meer dan bij de eerste raming meegenomen de effecten van het realiseren van dat plan op bijvoor beeld de rioleringswerkzaamheden en het bestraten, herstraten van de Pagnevaartweg, Spoorlaan omdat er een hele duidelijke relatie ligt met het realiseren van dit plan, kosten die we anders niet of in mindere mate zouden hebben gehad. De VOORZITTER: Met betrekking tot die waardering van die grond, het is slechts een verdeling van het aankoopbedrag wat destijds betaald is voor de ene koop die we rond Sancta Maria en het industrieterrein aan de Park laan deden. Op de werkelijke waardering komen we natuurlijk terug op de plaats waar dat hoort en dat zou dan van invloed kunnen zijn op de exploi tatie-opzet, maar alleen in gunstige zin. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 11