-21- moment er een aantal extra taken komen. In de eerste plaats is dat de taak van de coördinatie in het kader van tijdelijke voorziening. In de tweede plaats is dat de nadrukkelijke taak die we oppakken in de sfeer van de werkervaringsplaatsen, maar hoewel al een jaar lang het project van de heroriënteringsgesprekken loopt bij de GAB's, is het zo dat daar naar ons toe, ik geloof nog helemaal niet of anders nauwelijks signalen zijn door gekomen omdat het arbeidsbureau er voor heeft gekozen om in de eerste ja ren waarin ze ermee bezig waren zoveel mogelijk resultaten te boeken. Dat betekent dus dat in de nu volgende twee jaar de moeilijkst bemiddelbare cliënten uit dat bestand in een heroriënteringsgesprek aan de orde moeten komen en het betekent dat daar natuurlijk ook de meeste gevallen zullen voorkomen, waarbij de terugverwijzing naar het voortraject zal plaatsvin den en er dus een taak moet worden opgepakt door de gemeente op basis van de overeenkomst die we hebben gesloten. Dat bij elkaar levert, dat kunnen we ons allemaal voorstellen, denk ik, veel werk op. De inschatting is dat het goed van de grond brengen van deze zaak niet anders kan dan wanneer je er echt op kunt concentreren en uitsluitend dit werk kunt doen. Dan alleen in de coördinerende sfeer en niet in de uitvoerende sfeer, want daar zal die coördinator moeten zorgen dat instellingen als bijvoorbeeld de Blauw Hoef of anderen betrokken worden in het werk wat er gedaan moet worden. Wij, mijnheer Van Oosterhout, blijven van mening dat we die full timer hard nodig zullen hebben gedurende die twee jaar en laten we na die twee jaar bezien hoe het daarna moet. Mijnheer Wijnen wil ik graag toezeg gen dat de we ernaar zullen streven om op zo kort mogelijke termijn van start te gaan, omdat we allemaal vinden dat het inmiddels zeg maar vijf voor twaalf geworden is. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, wanneer we het hebben over die harde kern dan stellen we vast en ik dacht dat dat in de commis sie ABZ in de stukken ook te lezen is geweest, dat het dan met name ook over verschillende groepen gaat. Ik heb toen nog de vraag gesteld van wat doen we nou voor de groep die niet tot de groep 16-21-jarigen behoort. V/at gaan we daarvoor doen? Wanneer het over de harde kern gaat dan mogen we toch veronderstellen en waarschijnlijk ook vaststellen dat het Geweste lijk Arbeidsbureau toch ook de nodige activiteiten ontwikkelt om te pogen om de mensen uit hun probleemsituatie te halen. Ja, de vraag is, in hoe verre is er nou werkelijk sprake van een specifieke gemeentelijke taak? Ik begrijp uit uw reactie dat uw college daar van overtuigd is en ik heb in de eerste termijn gezegd van ja, het voordeel van de twijfel. We kijken met belangstelling uit naar de resultaten. Ik vraag me af op welke termijn dat we nou eens een keer de vinger aan de pols kunnen houden om te bezien in hoeverre er resultaten bereikt zijn. Wij willen nogmaals dit project, dit voorstel niet in de weg staan, maar ja, we kijken toch met belangstel ling uit naar concrete resultaten. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, voorzitter, u antwoordt in mijn richting, maar er zijn nog steeds geen harde cijfers. Ik verwacht ook geen harde cijfers, want het is natuurlijk niet met harde cijfers aan te geven of je een full timer nodig hebt danwel iemand voor 0,8 formatieplaats danwel iemand van een 0,5 formatieplaats. Het enige wat ik in de commissie heb willen berei ken en wat ik eigenlijk vanavond ook bij u zeer sterk onder de aandacht wil brengen dat is het in de praktijk van alledag een doodeenvoudige zaak is als je denkt dat je met een 0,8 formatieplaats uitkomt dat je dan ook een 0,8 formatieplaats invult en niet meer dan dat. Per slot van rekening is het natuurlijk wel het creëren van een stukje werk, daar is betrokkene heel erg mee gebaat, degene die aangesteld wordt. Langs de andere kant is het ook zo dat het ook om gemeentelijke financiën gaat en ik denk dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 109