-20-
den en dat hij zich wat meer op de doelgroep zou kunnen richten. Ik en
mijn fractie gaan er alsnog vanuit dat het een hele goede zaak is om hier
mee van start te gaan.
De VOORZITTER: Naar de heer Huijpen toe kan ik hem in ieder geval in een
opzicht geruststellen. Waar hij streeft naar structurele arbeidsplaatsen
hebben we er hier eentje gecreëerd.
De heer HUIJPEN: Tijdelijk.
De VOORZITTER: Tijdelijk, ja dat is waar. Voorlopig tijdelijk. Kijk, een
ieder zal de wens van de heer Huijpen en zijn fractie onderschrijven dat
het creëren van structurele arbeidsplaatsen te vereren is als je daarmee
dezelfde groep een dienst zou kunnen bewijzen, maar dat is zeker niet aan
elkaar te koppelen, want wat we moeten vaststellen is dat er een groep
is die steeds groter wordt, die in deze nota is aangeduid als de harde
kern, die als ze niet extra worden toegerust met opleiding of ervaring
altijd buiten de deur zullen blijven staan in de toekomst, welke structu
rele arbeidsplaatsen er ook gecreëerd worden. Vandaar dat je denk ik het
een en het ander moet doen. Dit gaat dan om het bestrijden van de werk
loosheid zeg maar in de wortel, met name aan de aanbodkant, aanbod van
arbeid en ik hoop dat we er in slagen om bij de evaluaties die er tussen
tijds en na een jaar zullen moeten volgen tot de conclusie te kunnen komen
dat het een goede zaak was om dit te doen. De heer Hermes zegt te lang
gewacht. Ja, terugkijkend is dat misschien wel zo. Ik geef er de voorkeur
aan om nu vooruit te kijken. Hij bepleit het contact met de Blauw Hoef.
Mag ik verwijzen naar de tekst. Er wordt niet voor niks naar verwezen.
Overigens alleen in de sfeer van bijvoorbeeld, want er zijn meerdere moge
lijkheden om contacten te leggen met plaatselijke en niet-plaatselijke
instellingen, maar bij de Blauw Hoef is het vanuit de sfeer van het parti
eel onderwijs duidelijk dat die daar een heel belangrijke rol bij zou kun
nen vervullen. Met betrekking tot de heroriënteringsgesprekken zegt de
heer Hermes dat daartoe tot die overeenkomst onder andere behoorde het
creëren van werkervaringsplaatsen en dan vergelijkt hij met Rucphen. Laat
ik niet de voordelen van Rucphen wat dat betreft voorop stellen. Rucphen
was er wel mee bezig en wij waren er niet mee bezig, althans niet in de
zelfde mate en dat is de reden waarom we dit voorstel doen. Dus ik denk
dat het dan eerlijker is om dat over een jaar te beoordelen of wij een
soortgelijk resultaat hebben kunnen boeken als Rucphen. Met betrekking
tot het terugverdieneffect. Ja, laten we hopen dat we er in slagen om het
op deze manier te realiseren. Dan is er zelfs nog een klein extra terug
verdieneffect, want het gemeentelijke aandeel in RWW-uitkeringen en een
gedeelte van de groep die we hier aan de orde hebben valt toch in ieder
geval binnen die categorie, zou er dan ook nog bij verrekend kunnen worden
Niet dat we daar nou zo vreselijk rijk van zouden worden. Het gaat om een
klein bedrag, maar wellicht is dat dan een correctie als we wat minder
bereiken, maar de doelstelling moet zijn dat we toch ongeveer de helft
van de groep onder dak zouden weten te brengen. Ervaringen die er zijn
die zullen we zeker oppakken. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de co
ordinator de voelhorens gaat uitsteken en zoveel mogelijk kennis en weten
schap die men al heeft hier om die op te pakken en daar gebruik van te
maken. Met u zijn we van mening dat dat een essentieel onderdeel van het
functioneren is. De heer Hermes constateert dat de profielschets ontbrak.
Ik denk ook dat die hier niet bij thuishoort. Als dit beleid wordt goed
gekeurd zal het college er best in slagen om er uitvoering aan te geven.
De heer Van Oosterhout heeft nog steeds geen harde cijfers kunnen aantref
fen om te concluderen dat er dus een full-timer nodig is. Ja, die zijn
ook niet te geven. Wel is het zo dat ten opzichte van de situatie van dit