-18' het voorstel bij gedachtenstreepje drie: "de jongeren dienen tegelijker tijd deel te nemen aan de voor hen gewenste scholing (te verkrijgen bij voorbeeld door vormingscentrum "De Blauw Hoef")". Nu is ons niet geheel duidelijk welke rol u de Blauw Hoef in dit gebeuren had toegedacht. Wel zou ik op willen merken dat gezien de groep jongeren waar we in dit hoofd stuk over spreken, gezien die groep jongeren, hun achtergrond, hun gebrek aan scholing, hun gebrek aan ervaring, maar dat is automatisch natuurlijk. Maar gezien die toestand Nee, ik moet het anders zeggen. Gezien het gebrek aan scholing zou het Vormingscentrum De Blauw Hoef daar een ont zettende grote rol in kunnen spelen en ik denk dat we ons daar niet in moeten vergissen en ik zou er dan ook wat dat betreft op aan willen drin gen dat er op zeer korte termijn met de Blauw Hoef contact opgenomen wordt om eens te bezien wat er kan gebeuren. Op bladzijde 3, mijnheer de voorzitter, bladzijde 2 en 3 moet ik zeggen, het hoofdstuk Heroriënterings- gesprekken, daar wordt gesproken over de inhoud van de overeenkomst tussen de Gewestelijke Arbeidsbureaus en de gemeentelijke sociale diensten. Voor de gemeenten houdt die overeenkomst onder andere in en dat is dan punt 3 op bladzijde 3: "het creëren van werkervaringsplaatsen". Dan kun je in de stukken lezen dat via de sociale dienst inmiddels een 8 a 9 plaatsen gerealiseerd zijn. Als ik dat nou vergelijk met bijvoorbeeld een gemeente hier in de omgeving en dan noem ik daarbij de gemeente Rucphen die een wat actiever beleid voert, dan denk ik dat dat een beetje schel afsteekt, het resultaat wat wij hier op tafel leggen. De gemeente Rucphen heeft bij voorbeeld zelf als arbeidsgever 8 a 9 van die arbeidsplaatsen gecreëerd, waarvan er ondertussen een stuk of 5 omgezet zijn in vaste arbeidsplaatsen waarbij de wisseling, er zijn natuurlijk meer mensen bij betrokken dan die 8, maar het wisselt om het jaar, maar ondertussen mensen verwezen zijn naar bedrijven waar ze geplaatst zijn kunnen worden. Dat noem ik dan een actiever beleid. Dat noem ik iets wat hier eventueel ook zou kunnen gebeu ren. Op bladzijde 4, mijnheer de voorzitter, daar treffen we een kosten plaatje aan wat betreft die coördinator en ja, er zit een terugverdien effect in. Ik vind dat een hele interessante taakstelling. Benieuwd ben ik wel naar de haalbaarheid, waarbij we gelijk willen zeggen dat een ande re uitkomst geen belemmering hoeft te zijn voor een akkoord met het voor stel wat de fractie van de Partij van de Arbeid betreft. In het algemeen zou ik nog op willen merken, mijnheer de voorzitter, dat het voor de Partij van de Arbeid een vanzelfsprekende zaak is dat projecten of instellingen die ervaring hebben op dit terrein benaderd worden om gegevens uit te wis selen. Ook in Oudenbosch is zo'n project aanwezig, Werkwijzer en ik denk dat we dat zeker niet moeten vergeten. Ik denk dat ervaring uitwisselen een prachtige start zou kunnen zijn voor de coördinator. Verder zou ik nog op willen merken, mijnheer de voorzitter, dat onze fractie bij de stukken een profielschets mist. Ja, wij verwachten dat die er nog wel zal komen. Wij zouden u dan ook willen adviseren om een profielschets op te starten en dat dan in samenwerking met het gewestelijk arbeidsbureau en eventueel de chef sociale zaken. Er zal ook nog een sollicitatieprocedure moeten komen, denken wij. Een sollicitatieprocedure die gericht moet zijn op de man of vrouw met ervaring gericht op de arbeidsproblematiek waarover wij hier spreken. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Ook mijn fractie is inge nomen met dit voorstel zoals dat hier voorligt. Toch een aantal opmer kingen zijn er nog te maken denk ik. Ingenomen met het voorstel omdat het in ieder geval bij elkaar zit, alle initiatieven die we op dit terrein in onze gemeente ten toon spreiden aan de dag legt. Ik vind het goed dat dat eens een keer gebeurt. Het geeft ook de gelegenheid om daar na verloop van tijd eens een keer op terug te komen en de stand van zaken op te maken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 106