-13- de conclusie moet leiden dat de Boerenbond wel belanghebbende is in de zin van de Wet Arob. Nu is, dat is misschien voor de publieke tribune toch goed om te weten, er een uitspraak ter inzage gelegd die ging over een NCB-afdeling elders in deze provincie met soortgelijke of misschien wel precies gelijke statuten als onze R.K. Boerenbond St. Bernardus. Daar is de vraag of de Boerenbond ontvankelijk was getoetst door GS en vervolgens door de Raad van State en er is ondervaststelling dat deze doelstelling tot toetsing moest leiden vastgesteld dat er dan niet sprake was van het hebben van een rechtstreeks belang als bedoeld in de Wet Arob. Dan zegt mijnheer Wijnen, maar bij het opzetten van het bestemmingsplan Buitenge bied is de Boerenbond wel betrokken en daar zie je in dat ze dat toch doen Dat denk ik ook, alleen dat is heel iets anders. Bij het bestemmingsplan Buitengebied ben je bezig met het ordenen in het algemeen en daar is niet de procedure van de Wet Arob aan de orde, daar is aan de orde de procedu re van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en dan kom ik ook mijnheer Van Dongen tegen die zegt beroepen tegen beslissingen van de Kroon daar kan men wel als belanghebbende worden aangemerkt. Hij zal bedoelen beroepen naar de Kroon toe. Daar is namelijk het criterium of je in eerdere in stantie bezwaren hebt aangetekend bij raad en bij gedeputeerde staten, want daarmee ben je gekwalificeerd om ook in de slotprocedure naar de Kroon toe mee te blijven doen en daarbij is niet aan de orde de vraag of je wel of niet rechtstreeks in je belang bent getroffen. Daarbij is alleen maar de vraag of je in eerdere instanties ook een bezwaarschrift hebt in gediend. Hier is dus een andere vraag aan de orde en ik denk dat je niet kunt zeggen er is dus twijfel, die is er volstrekt niet. Er is alle duide lijkheid. Een rechtstreeks belang van de ondernemers als totaliteit is er niet. Die kan er wel zijn van individuele burgers, maar daarover spre ken we vanavond niet. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het lijkt wel of u gelijk hebt maar ik denk dat ieder geval op zichzelf staat en wat is nou het geval? Kijk, bij de procedure, bij de totstandkoming van het bestemmingsplan Bui tengebied is de Boerenbond betrokken en op grond daarvan hebben zij een belang gediend wat verder gaat dan het individuele belang van de leden. Dus ze hebben die doelstelling verwezenlijkt zoals die in de statuten staat en op grond daarvan rekening houdend met wat ze in de praktijk ge daan hebben en wat ze beogen te doen ben je belanghebbende in de zin van de Wet Arob. Dan moet ik zeggen dat toentertijd bij de behandeling van de wet er gezegd is door de minister er moet in onze gecompliceerde samen leving aan de burgers een ruimhartige rechtsbescherming worden gegeven. Het wetsontwerp levert daartoe een aanzienlijke bijdrage. Ze worden recht streeks in hun belang getroffen, zijn buigzaam en kunnen door de afdeling Rechtspraak met ruimhartigheid worden gehanteerd. Ik denk dat het best mogelijk is dat er een overeenkomstige organisatie met soortgelijke sta tuten afgewezen wordt, maar de vraag is wat hebben ze voordien uitgevoerd op dat gebied, van het terrein waarop zij nu menen hun belang te moeten zien. Ik denk dat dat soort zaken, want het gaat toch om een individuele benadering en niet om een algemene uitspraak om die te doen, maar juist om de individualiteit van in hoeverre die mensen de medeverantwoordelijk heid hebben willen uitwerken, daar mee bezig zijn geweest en dat ze dat nu weer tot uitdrukking hebben gebracht. Dus op grond daarvan zou ik er voor zijn om te zeggen van ze zijn of ze maken een kans op ontvankelijk heid. Ik kan niet zeggen dat ze ontvankelijkheid hebben, maar voor mij zijn ze wel ontvankelijk. In hoeverre dat gevolgd wordt door de voorzitter van de afdeling geschillen van de Raad van State dat kan ik natuurlijk niet beoordelen, maar wat ik hieruit op moet maken is dat er een grond van juistheid in zit.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 101