-14- die twee ton, dat hij daarmee gedraaid wilde komen. Blijkbaar heeft het college zijn draai met die twee ton niet kunnen krijgen, reden waarom de heer Van Oosterhout is bijgedraaid veronderstel ik. Maar goed, dat neemt niet weg met de inrichting hebben wij minder problemen, want het is voor ons altijd duidelijk geweest dat wanneer je dus een dusdanige verbouwing realiseert dat je dan een pand kreëert wat natuurlijk ingericht moet wor den om dat op een optimale wijze te kunnen gebruiken om te exploiteren. Waar we meer moeite mee hebben dat is dat tot op dit moment dat we niet geïnformeerd zijn of minder informatie hebben, of kennis van, met betrekking tot dat beheer en de exploitatie. Heel simpel, mijnheer de voorzitter, wat gaan we er nu mee doen Valt er al iets mede te delen vanuit het college over het toekomstige beheer. Ik begrijp dat wethouder Van Overveld druk doende is, dat hij bezig is als een bezige bij met alle respekt overigens, maar dat het tot op dit moment weinig honing heeft op geleverd. Het is namelijk zo dat honing dat is een van de eindprodukten van het bezig zijn van een bezige bij. Met andere woorden, zijn er al kon- krete resultaten te melden over exploitatie, beheer, behalve de gedachten die we in de B W-verslagen hebben kunnen lezen, het idee tot eventuele naamsverandering, waar wij overigens natuurlijk falikant tegen zijn en wat ook direkt in zou druisen tegen de gedachtengang van de heer Hoogen- berk. Wat is de visie van het college met betrekking tot een eventuele samenwerkingsvorm met De Nobelaer in Etten-Leur. Volgens mijn informatie zijn er heel wat artiesten die het op prijs stellen twee keer op een avond op te kunnen treden en dat kan kostenbesparend werken en tevens kunnen we mogelijkheden kreëren om aantrekkelijke aktiviteiten binnen het Fidei et Arti-gebeuren te realiseren. Misschien is het interessant, mijnheer de voorzitter, om toch eens het een en ander te bezien, te onderzoeken en ik wacht met belangstelling de reaktie van het college af. De heer VAN OVERVELD: Naar de heer Wijnen toe, het is zo dat ik in de laatste vergadering van de welzijnscommissie heb toegezegd dat in de eerst komende welzijnscommissiezijnde die op 25 mei, ik met duidelijke voor stellen over beheer en wat dies meer zij zal komen. Naar de VVD toe zou ik willen antwoorden, het is nog heel vroeg in het voorjaar en er zijn nog weinig bijen aktief. Als ik dus al aktief ben dan ben ik al vóór. De VOORZITTER: Ja, eigenlijk ruimer toegelicht. Het is op dit moment ge woon moeilijk om konkreet met betrekking tot de gesprekken die wij voeren dus ik wil het verzoek van wethouder Van Overveld graag ondersteunen om dat naar een iets later moment te tillen. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, kunt u nou in tijd enig idee ge ven van wat nou het moment is wanneer we die informatie krijgen. De VOORZITTER: 25 mei. De heer HUIJPEN: 25 mei. Ja, ja, oké dan wachten we wel af. De heer VAN OOSTERHOUT: Ik zou toch nog graag even iets zeggen, want 25 mei is nu al voor de derde keer gevallen. We weten dat uit de commissie vergadering al. Dat wil ik niet overdoen. Ik wil alleen even reageren op datgene wat niet in de commissievergadering aan de orde is geweest, maar wat vanavond aan de orde komt. Dat is de Draai van de Kaai, draai van de heer Van Oosterhout, mijn persoontje dus. Ik sta een beetje verbaasd hoe mijnheer Huijpen die van zichzelf meen ik toch vindt dat hij flexibel is, zoals hij steeds zegt, dat hij van anderen als ze flexibel zijn dat hij daar problemen mee, of in ieder dat hij dat vreemd vindt. Kijk, mijnheer Huijpen, vorige keer heb ik heel duidelijk gezegd van twee ton zou het moeten kunnen. De hele raad heeft gezegd voor twee ton moet het kunnen, ook de VVD tot en met de commissievergadering toe en ik zal de laatste

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 87