-11- De heer VAN EIJKEREN: Die uitgebreide brief bedoelt u De heer WIJNEN: Ja, en daar stond het ook in. De heer VAN EIJKEREN: Ja, ja, maar die heb ik in ieder geval niet voor die tijd gezien. De heer WIJNEN: Vóór de commissievergadering hadden wij het in ieder geval al kenbaar gemaakt. De heer VAN EIJKEREN: Ja, ja, ik wil dat alleen maar enigszins relativeren. Het resultaat is het belangrijkste lijkt me en het is een feit dat die informatie-avond er komt en daar gaat het om. Met betrekking tot datgene wat u hebt opgemerkt over het plan Sancta Maria, wat uiteindelijk hier voorligt vanavond, de constatering dat u zich daarin kunt vinden. De sug gestie om bij de verdere uitwerking toch in een zeker overleg te blijven met de ontwerper van het totale plan, dat is in ieder geval tot op heden vindt dat steeds plaats en ik denk dat we na die commissievergadering van 16 mei, waar met name de verdere lijnen zullen worden uitgezet, een proce dure zal worden vastgesteld dat we daarin zullen bepalen op welke punten, op welke momenten het verstandig is om nader advies van zijn kant te krij gen. De erkentelijkheid die u uitspreekt naar de provincie die onder schrijf ik graag. Ik denk dat ik dat namens eenieder hier aan tafel kan doen. De eerste opmerking van de heer Huijpen, voorzitter, of de bouw van de vrije sektorwoningen moet worden benaderd zoals hij dat voorstelt. Ik denk dat het procedureel korrekter is om dat, zoals dat ook bij het plan Labor is gegaan, om dat via een diskussie in de commissie ABZ te doen voorbereiden. Ik kan me daar verder in dit verband niet over uitlaten. Er zijn een aantal modellen denkbaar. Met betrekking tot de uitvoering in eigen beheer, dat hebben we ook in de commissie afspraken daarover ge maakt daar, om dat te doen zover dat mogelijk is. Daar waar het verstandig is externe know-how in te huren. Het aardige van dit plan Sancta Maria is dat we min of meer parallel daaraan in gesprek zijn over het plan West- Vaardeke West, waar het niet in eigen beheer wordt uitgevoerd, althans voorzover de vlag er op dit moment bijhangt. Maar het geeft ons wel heel aardig vergelijkingsmateriaal met betrekking tot een min of meer vergelijk baar plan en de prijzen die daar van partikuliere zijde gehanteerd worden en dat is voor het toetsen van datgene wat we in het plan Sancta Maria van plan zijn, is dat uiterst welkom. Uw vraag of ik een konkrete toezeg ging zou willen doen aan de extra ruimte die binnen het richtgetal gevon den wordt, ik spreek bewust niet over kontingenten, omdat we dan uitslui tend over de gesubsidieerde woningen spreken. We moeten het zo ruim moge lijk nemen. Ik neem aan dat u het ook in die zin bedoeld heeft. Het lijkt me strategisch gezien weinig verstandig om op dit moment daar een konkrete uitspraak over te doen, anders dan dat de ambtelijke voorbereiding naar de staten en het college van het GS voor ons in ieder geval vanuit een positieve positie vertrekt, als ik het zo mag formuleren. Ja, de laatste opmerking. Ik kan me voorstellen dat het u deugd doet dat het vorige plan van tafel is. Mij iets minder. Ik vond het ook uiterst plezierig te verne men, ook van de heer Hoogenberkdat hij het eigenlijk een zeer interessant plan vond, de gedachte om daarheen te verhuizen helemaal niet zo gek. Alleen hij vond geleidelijk aan, al studerende, dat hij een beter alternatief daarvoor had. Nou, kennelijk vinden we dat allemaal, want het is met veel enthousiasme ontvangen en verder moet je af en toe ook konstateren of iets politiek haalbaar is of niet en dat hebben we gedaan. Ik konstateer dat het plan wat nu aan de orde is, Sancta Maria, zowel als het plan zieken huis in zijn ideeën vrijwel identiek is als het was in onze ideeën en dan praat ik over de ideeën van het college. Dat doe ik toch liever dan wan—

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 84