-3- deze zaak om advies had moeten worden gevraagd. Dat is niet gebeurd. Er zijn lange periodes verstreken die het ja, uiteindelijk ertoe hebben ge leid dat er een bezwaar is ingediend wat om redenen van verlopen tijd niet ontvankelijk kan worden verklaard. Inmiddels is de, althans zo lijkt het, is de dependancevorming een feit geworden en ik neem aan dat er ook verder, dat het weinig zinvol is om daar nog verandering in aan te brengen maar ik denk toch dat we met ons allen moeten leren dat we zowel als raad en in de hoedanigheid als bestuur van de school en als college onzorgvul dig te werk zijn gegaan. Ik denk dat we op zijn minst de les moeten leren, althans dat zal ons sieren, met ons allen zoals we hier rond de tafel zit ten om in het vervolg wat zorgvuldiger en konstruktiever zowel naar de openbare school als naar de medezeggenschapsraad op te treden. Dat wilde ik graag vermeld zien. De heer VAN LEEUWAARDEN: Ook over ingekomen stuk nummer 11, mijnheer de voorzitter. De eerste vraag die mij te binnen schiet is waarom staat dit beroepschrift op de lijst ingekomen stukken. Bij mijn weten worden beroep schriften altijd als een agendapunt gewoon geagendeerd met een preadvies en zo aan de raad voorgelegd. Dan de inhoud. Gezien de jurisprudentie denk ik dat we het vanavond eens zijn met elkaar dat het inderdaad zo is dat de MR gehoord moet worden. U heeft zelf bij de stukken toegevoegd de uit spraak van de Landelijke Geschillencommissie in geschil nr. 36. Verder is er denk ik ook geen probleem meer over de vraag of de MR al of niet een rechtspersoon is. Ook daarin is denk ik duidelijkheid geschapen. Het probleem spitst zich nu toe op de termijn en dan krijgen we inderdaad weer een ander probleem aan de orde. In het preadvies zoals dat bij de raads stukken zat van 3 september is de dependancevorming wel genoemd in dat preadvies. Aan de andere kant wordt in een concept-brief die morgen uit zal gaan als wij vanavond akkoord gaan met uw voorstelgemeld dat het vormen van een dependance door het college zou zijn besloten op 8 septem ber. Ik zou graag weten hoe dat nou precies zit. Is er nu een besluit wat de raad moet nemen over de dependancevorming of is het een besluit wat B W kan nemen Als dat laatste zo is dan wordt het denk ik al heel moeilijk voor een MR om te weten te komen wanneer een besluit genomen is als dat niet heel expliciet aan die MR gemeld wordt. Ik ben er zelf ook pas achter gekomen dat op 8 september dat besluit zou zijn gevallen door het lezen van die concept-brief. Dus hoe kunnen we dan van de MR verwach ten dat zij het veel eerder weten. Ik denk dat B W dan heel duidelijk aan een MR moet berichten dat het besluit is genomen en dat er dan be roepsmogelijkheden op open staan, want voor zo'n MR blijft het toch moei lijk. Een maand later komt het voorstel van B W om een tweede openbare school te stichten. Dat zou inhouden dat zo'n dependance maar voor een heel korte tijd gesticht zou zijn. Staande de vergadering is dat ingetrok ken. Daar wordt dan meteen op gereageerd door de MR in een brief van 12 november, waarin nog eens een keer heel duidelijk wordt vermeld dat zij van mening zijn dat ze adviesrecht hebben op die dependancevorming en ik neem aan dat zij er dan vanuit gaan dat zij dan antwoord op zo'n brief krijgen. Dat is tot op heden niet gebeurd moet ik zeggen. Die brief is voor de fraktie van de Partij van de Arbeid wel aanleiding geweest om een initiatiefvoorstel te doen in de raad van 3 december. Dan blijkt dat de meerderheid van de raad niet op die wens wenst in te gaan en zegt van nou, misschien is het dan wel zo, maar gedane zaken nemen geen keer, laten we het zo maar laten zitten. Dus op dat moment is eigenlijk de normale weg voor de MR afgesneden. Ze worden in die zaak niet gehoord en de raad spreekt ook uit dat ze niet vinden dat er sprake is van een geschil tus sen bevoegd gezag en MR, dus ook die mogelijkheid is er niet meer. Nou,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 46