-18- een stuk verlichting voor Don Bosco, maar het zal uiteindelijk niet resul teren in een financieel gezonde situatie. Er worden in het voorstel, en dat was ook tijdens de welzijnscommissie, worden er ideeën geopperd om middels extra ledenwerving en het terugdringen van de energiekosten om eens te onderzoeken of dat daar mogelijkheden, financiële mogelijkheden, te creëren zouden zijn. Maar ik heb van uit de stukken begrepen dat het voor Don Bosco erg moeilijk werken zal zijn wanneer de groep leden te groot wordt en daarnaast de akkommodatie waar Don Bosco in gevestigd is, daarvan zal het moeilijk zijn om de energiekosten terug te dringen. Nog maals, anderzijds op dit moment betekent het dus een verlichting voor Don Bosco, maar ik denk dat we in de toekomst toch weer geconfronteerd zullen worden met financiële problemen bij Don Bosco. Dus struktureel is er niets opgelost en ik denk dat het toch goed zou zijn om in de nabije toekomst eens te onderzoeken in hoeverre dat struktureel een oplossing gevonden kan worden voor de financiële problematiek van Don Bosco en misschien kun nen we in de welzijnscommissie daarover eens nader van gedachten over wis selen. De heer VAN OVERVELD: Mijnheer de voorzitter, ten aanzien van de opmerkin gen van de heer Van Hoek of eigenlijk de vraag om in overweging te nemen om een zodanige situatie te creëren dat het jeugdcircus per 1 januari 1988 eigenlijk in een nul-situatie start. Ik denk dat dat op zich heel mooi zou zijn, maar tegelijkertijd vraag ik me af in hoeverre dat nou te rea liseren is en ook reëel is. We hebben een uitvoerig overleg met Don Bosco gehad en dat is nog niet afgerond, waarbij wederzijds suggesties zijn ge daan om mogelijk tot oplossingen van een en ander te komen. Dat is niet uitgewerkt, dat is nog niet afgerond. Daar is nu inmiddels dit raadsvoor stel weer bij gekomen. Dat is onder andere het gevolg van hetgeen wat in dat gesprek met Jeugdcircus Don Bosco naar voren is gekomen. Wij zijn van mening dat op deze wijze in ieder geval op dit moment in belangrijke mate tegemoetgekomen wordt aan de direkte problemen en we zullen in overleg blijven over de wijze waarop het nu allemaal gaat verlopen en welke effek- ten dit nu op dit moment voor Don Bosco heeft. Ik weet op dit moment niet wat voor pogingen inmiddels, sinds ons gesprek, zijn ondernomen bijvoor beeld om aan meer leden te komen of aan sponsors te komen of aan etc. Dus ik wil niet vooruitlopen op de gesprekken die nog moeten gaan komen ver der en ik was van mening dat we op deze manier al belangrijk tegemoet ko men aan de direkte nood en ik denk dat ik daarmee ook naar de heer Huijpen toe meteen heb gezegd hoe struktureel of niet struktureel Don Bosco uit de problemen is, ja, dat we dat nog niet op dit moment hier vanavond kun nen vaststellen, want er zijn natuurlijk ook weer ontwikkelingen geweest in de afgelopen maanden neem ik aan. De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik konkludeer dat de wethou der het juist formuleert. Op dit moment is dus Don Bosco redelijk uit de problemen, maar ik denk dat het goed is om toch met de vinger aan de pols die zaak te volgen om dus in de verdere toekomst niet gekonfronteerd te worden met zeg maar exhorbitant hoge bedragen en tekorten en we ons dan weer moeten buigen over het feit hoe we die tekorten weer gaan dekken. De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik denk dat het dan toch goed is dat wanneer dat overleg verder gelopen is en dat er dan meer zaken bekend zijn dat het dan alsnog in de welzijnscommissie aan de orde komt, zodat die zich daar nog eens over kunnen buigen over die problematiek. De heer VAN OVERVELD: Ja, ten aanzien van beide opmerkingen, want ik denk dat ze in eikaars verlengde liggen, van elk gesprek wordt minstens al een verslag ter inzage gelegd bij de ingekomen stukken van de welzijnscommis-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 33