-38- is ons nog niet helemaal duidelijk. Dus gaarne nog een toelichting danwel het alsnog daar schrappen. In artikel 5, lid 6, daar wordt gemeld dat een bestuurslid ontslagen kan worden als hij op onredelijke wijze de stichting benadeelt. Ik weet niet hoe ik dat uit moet leggen. Betekent dat dat benadelen op niet onredelijke wijze wel zou mogen Ja, mij maakt het niet uit, maar De VOORZITTER: Zo zijn er een hoop vragen te bedenken hoor. De heer VAN LEEUWAARDEN: Nee, maar, het is ook niet essentieel, maar ik weet niet of het een probleem kan opleveren. In die zin moet u de vraag begrijpen. Het is niet om elk woord in deze statuten alsnog de revue te laten passeren. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik kan u zeggen dat mijn fractie zich kan vinden in het voorstel wat het college hier doet, zowel met betrekking tot de vaststelling van de voorliggende statuten en alsook de benoeming van de bestuursleden. Ik heb een enkele vraag aan de heer Wijnen, of hij, die zo pleit voor een zetel of een kandidatuur van de zijde van de Stich ting Gemeenschapstehuis voor het bestuur wat hier benoemd zou moeten wor den, of hij dat ook in een omgekeerde relatie ziet of het mogelijk moet zijn dat er ook van deze kant mensen benoemd moeten worden in de Stichting Gemeenschapstehuis Verder vind ik het jammer dat de WD zich niet kan vin den in de benoeming van de bestuursleden. Ik herinner mij dat wij binnen de commissie ABZ hebben afgesproken hoe bestuursleden zouden worden aange zocht in eerste instantie om te komen tot een voorlopig bestuur. Gezien het resultaat wat het voorlopig bestuur op dit moment op tafel heeft ge legd en de presentatie die ze hebben overlegd, de voortvarendheid die dus aan de dag is gelegd, vind ik eigenlijk dat je in de eerste situatie, on danks dat wij met betrekking tot andere momenten, bij de bezetting van commissies bijvoorbeeld, inderdaad een wat andere procedure hebben gevolgd, dat we op dit moment alle vertrouwen kunnen hebben in deze mensen. Ik denk dat je op die manier ook de start zou moeten maken. Ik vind het jammer dat dat niet zo is. De suggestie die de heer Van Leeuwaarden doet met be trekking tot de uitleg van artikel 4, punt c, waar het gaat om de voor dracht door de raad, via B W door de raad, die deel ik en dat waren mijn punten. Dank u wel. De heer VAN OVERVELD: Ja, kritiek op de procedure met betrekking tot de kandidaatstelling, mijnheer de voorzitter. Enerzijds kan ik me dat nog voorstellen ook. Aan de andere kant is gebleken dat de mensen die op dit moment in het voorlopig bestuur zitten dusdanig voortvarend van start zijn gegaan dat tot stijgende verbazing van de notaris binnen een tijdsbestek van enkele weken tot drie a vier maal toe herziene versies van de statuten werden voorgelegd en door hem in ijltempo werden verwerkt, zij het niet minder zorgvuldig want daar is hij uiteraard deskundige voor. Dat betekent dat ook in de onderhandelingen met de stichting die thans het gebouw nog beheert; er meer duidelijkheid kwam over het moment waarop het gebouw van beheer van de ene handen over zou kunnen gaan in andere handen. We hebben daarbij steeds geprobeerd te streven naar 1 januari. Eigenlijk in het achterhoofd houdend dat dat eigenlijk wellicht toch een wat optimistisch streven was. Op dit moment ziet het er echter naar uit dat het helemaal niet zo optimistisch was, maar heel realistisch. Dan doet zich de vraag voor als je dat snel wilt verwezenlijken dan zul je ook de mensen daarvoor moeten hebben. Als we nu een langdurige procedure opstarten om aan mensen te komen dan lopen we ons doel, 1 januari, in ieder geval weer mis. Dat was het ons eigenlijk op dit moment niet waard. We zijn wat dat betreft in onderhandelingen in zodanige vergevorderde staat dat we kunnen stellen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 328