-33-
hebben aan het antwoord van de wethouder dat hij hier geeft voldoende om
vast te stellen dat ook wij het college op dat punt zullen volgen. Verder
willen wij niet de motie steunen, of het voorstel steunen met betrekking
tot de bijstelling van de subsidie van De Zonnebloem om dezelfde reden
als de heer Den Braber al heeft gezegd en temeer ook omdat mijn fractie
zich nogmaals heeft laten overtuigen van het feit dat dat zorgvuldig tot
stand is gekomen. Per slot van rekening over een bedrag van 38,op
dit moment praten in het licht van een plan van 1,8 miljoen gulden, daar,
nou ja, laat ik er maar niks meer over zeggen. Tot slot het voorstel, of
het eventuele voorstel met betrekking tot grond-herverkaveling aan de Oud-
landsedijk. Ja, ik vind het ook te vroeg en ik deel de opvatting van het
college dat het beter op een ander tijdstip kan zoals het door het college
is aangegeven.
De VOORZITTER: Hebben de andere fracties ook nog behoefte aan een stemver
klaring
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, intern beraad heeft bij ons
tot de opvatting geleid dat de motie, zoals wij die in eerste termijn van
avond hebben voorgesteld gehandhaafd moet worden en wel om reden dat dit
een steun aan het college moet zijn om alle capaciteit die daarvoor nodig
is beschikbaar moet worden gesteld. Dat anders toch het gevaar dreigt dat
we weer achterop raken. We hebben dat al zo vaak meegemaakt. Voor ons is
de zaak ernstig genoeg. Wij vinden dat het moet gebeuren en dat er moge
lijkerwijs een afweging gemaakt moet worden binnen het bestedingsplan wat
de tijd betreft van diverse medewerkers, dat moeten we op de koop toenemen
Het moet nu maar eens een keer gebeuren. Dus wij handhaven onze motie om
de rekeningen en dat betreft dan de rekening '88, om die per 1 juli gereed
te hebben. Ten aanzien van De Zonnebloem is de zaak ons niet zodanig
ernstig dat wij dat voorstel handhaven. Dat nemen wij terug. Het feit dat
er een evaluatie komt en ook dat het om geringe bedragen gaat is voor ons
niet zo gewichtig dat we nu zeggen van nou, het kan niet langer zo. Ten
aanzien van het herverkavelen vinden wij dat het nog een te premature zaak
is om daarop vooruit te lopen en te zeggen dat moet en dat laten we van
de feitelijkheid de zaken afhangen.
De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Wij handhaven
de motie met betrekking tot de rekeningachterstanden. Ik zou daarbij op
willen merken dat het opmerkelijk is dat de Partij van de Arbeid en ONS
zich moeilijk kunnen vinden in de motie. Het college heeft verwoord dat
met betrekking tot de motie er een aantal zaken binnen die termijn gere
geld kunnen worden. 1985, 1986 en 1987 kunnen in april gereed zijn. Met
betrekking tot 1988 spreekt u in termen van rondom de zomervakantie. Nou
ik dacht dat augustus een tijdstip was wat in die zomervakantie zo'n
beetje valt. Met andere woorden, ik kan me niet voorstellen dat zowel col
lege of raad niet zou kunnen leven met de motie zoals die door ons is op
gesteld en geformuleerd. Met betrekking tot het voorstel van de herverka
veling, ook dat voorstel handhaven wij. Een opmerking als zou dat op dit
moment te vroeg zijn is naar mijn idee volkomen misplaatst. Het is een
impasse die op geen enkele wijze doorbroken wordt en ik denk dat het goed
zou zijn om maar eens in agrarische termen te spreken de hand aan de ploeg
te slaan.
De VOORZITTER: Ja, ik mag namens het college zeggen dat wij geen behoefte
hebben aan de beide moties en in weerwoord op wat de heer Huijpen zegt.
Het gaat niet om het niet kunnen leven met de motie, maar die motie is
op die onderdelen overbodig geworden dan. Zij het dat we ons met betrek
king tot 1 augustus niet zo strikt binden. Goed, ik stel vast dat we al-