-30-
der heel vaak leeg staat, dat je een dergelijk verschijnsel ook naar De
Beuk gaat krijgen als scholen daar gebruik van maken. Vandaar dat ik zeg
dat we daar attent op moeten zijn. Ik zeg niet dat het niet goed gebeurt
zoals het nu is, maar wij moeten daar zelf heel nadrukkelijk mee bezig
zijn, omdat we anders met groeiende tekorten komen zitten. Dat is de zorg
die u waarschijnlijk wel deelt, maar waarvan ik duidelijk geïnformeerd
wilde worden in hoeverre daar ideeën over bestaan.
De heer VAN OVERVELD: Nou, wellicht heeft u dan uit mijn beantwoording
opgepikt dat er wel ideeën op dat terrein zijn, maar dat het nog te vroeg
is om te zeggen op welke termijn bepaalde zaken concreet uitgewerkt worden.
Ik denk dat in eerste instantie het initiatief bij de verenigingen ligt,
door ons nu uitvoerig ingelicht over het feit dat er mogelijkheden zijn.
Met het CDA is het college van mening dat steeds waar mogelijk gebruikers
moeten worden ingeschakeld bij beheer en onderhoud van accommodaties. Ik
wijs bijvoorbeeld op contracten met gebruikers van sportpark Albano, die
wat dat betreft al een aantal elementen bevatten. Voorts wijs ik op over
leg met de adviesraad voor sport en ook met verenigingen wordt daar waar
incidenteel contact is en waar mogelijk gepraat over privatiseringselemen
ten in afspraken. We dienen er denk ik wel rekening mee te houden dat de
mogelijkheden van alle verenigingen niet gelijk zijn. Tenslotte
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik even vragen. U zegt over
leg met de adviesraad voor sport, maar dat is er toch nauwelijks geweest.
De heer VAN OVERVELD: Er is wel een overleg geweest met de adviesraad voor
sport waarin juist onder andere met betrekking tot privatisering is toege
zegd dat we als we uitgaan van een voorbeeldfunctie een accommodatie zul
len nemen en daar eens uitvoerig zullen bekijken wat de privatiserings
mogelijkheden zijn. Op het moment dat dat hier intern is voorbereid en
die voorbereiding is vandaag afgerond, dan zal het worden voorgelegd aan
de adviesraad voor sport. Tenslotte wijs ik het CDA er op dat de sportraad
volgens mij al 7 jaar niet meer bestaat, maar ik neem aan dat u de advies
raad voor sport bedoelt. Dan ga ik over naar de fractie van de WD.
De heer WIJNEN: De sportraad die had dezelfde functie, die was een be-
leids- of een adviesraad die evenzeer het college van B W gevraagd en
ongevraagd van advies kon dienen. Die had een iets andere bevoegdheid.
De heer VAN OVERVELD: Maar hij bestaat niet meer.
De heer WIJNEN: Het is een kwestie van benaming.
De heer VAN OVERVELD: Dat meende ik ook op te moeten merken. Waarom de
fractie van de VVD in eerste instantie wel en in tweede instantie niet
akkoord gaat met het welzijnsprogramma, ontgaat ons een beetje
De heer HUIJPEN: Mag ik dat even toelichten, mijnheer de voorzitter
De heer VAN OVERVELD: Nou, misschien dat ik eerst mijn antwoord afmaak
dan geef ik u graag de gelegenheid. Er wordt immers iets verderop in het
zelfde antwoord of in diezelfde beschouwing gesteld dat u de evaluatie
van het welzijnsprogramma reikhalzend, zoals u zegt, afwacht en we nemen
toch aan dat u ook van mening bent dat tussen het moment van nu en het
afwerken van deze evaluatie op het terrein van welzijn een en ander toch
wel door moet gaan.
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, laat ik even beginnen met de vol
gende opmerking zonder overigens dus de intentie te hebben gebruik te ma
ken van een derde termijn, maar ik denk dat het om wat toelichting vraagt.
Allereerst dus de volgende opmerking. Onze visie met betrekking tot het
onthouden van goedkeuring aan het programma welzijn ligt in het verleng—