-28- de mensen door gemeentewerken zou gaan worden overlegd, maar over het af voeren als zodanig is in de commissie naar mijn idee nooit een besluit genomen. Een ander punt dat is, wanneer mogen wij dat overzicht van die straten tegemoet zien, want dat is voor mij onduidelijk gebleken. De heer VAN EIJKERENVoorzitter, met betrekking tot de eerste opmerking betreffende de opritten aan de Havendijk, ja, ik heb de verslagen van be treffende vergaderingen ook niet paraat. Ik zeg de heer Wijnen toe dat te zullen nagaan en mocht blijken dat het gelijk aan zijn kant is dan stel ik voor om de commissie daarover te informeren, dan geeft dat gelegenheid om daar desgewenst op terug te komen. Met betrekking tot de termijn begrijp ik uit de wijze waarop het antwoord onder 53 geformuleerd is dat daar toch een relatie ligt met beschikbaar komen van de fysieke gegevens en ik ver wijs dan maar naar het antwoord wat de voorzitter in eerste instantie ge geven heeft in de zin van de planning zoals we die voor het eerste half jaar 1989 mogen verwachten. Voorzitter, ik constateer dat er van de zijde van de heer Huijpen in mijn richting niets gekomen is, er valt dit keer dus zelfs niets te danken. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER: Dan dank ik u maar. Het woord is aan wethouder Van Overveld. De heer VAN OVERVELD: Dank u wel, voorzitter, om dan maar origineel te beginnen. De Partij van de Arbeid en ONS stellen vragen naar aanleiding van het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van Emcee. Ik wijs erop dat ik in de welzijnscommissie heb gesteld dat in het werkprogramma 1989 nogal wat onzekerheden zaten en we hebben een besluitvorming voorgesteld die bestond uit drie onderdelen. In eerste instantie bevriezen op het ni veau van 1988, vervolgens in overleg treden met de betrokken stichting en daarna de bereidheid tonen om wanneer het overleg daar aanleiding toe geeft terug te komen op het besluiten tot bevriezen en dat betekent dat ik hoe dan ook terug kom in de welzi jnscommissie op de kwestie Emcee. De fractie van ONS vraagt mij Pardon, ik vergeet de vraag met betrek king tot de sportkantines bij de Partij van de Arbeid. Met name de relatie die gelegd wordt naar een noodzakelijk beter inzicht in cijfers en die blijkbaar binnen de Partij van de Arbeid niet geheel duidelijk is, zou ik het volgende willen zeggen. Wil je realistische voorstellen doen betref fende zaken met betrekking tot de sportkantines, dan zul je meer inzicht moeten hebben in de exploitatie en de lasten van de gebouwen en wat er verder omheen zit en wat ten dienste van de kantines werkt, als onderde len van de sportcomplexen. Nou, die cijfers daar beschik ik op dit moment niet over. Ik heb afgelopen jaar getracht om die los van andere zaken, die nog niet duidelijk waren binnen jaarrekeningen, boven tafel te krijgen. Dat bleek organisatorisch een enorm karwei en tengevolge van het feit dat absolute voorrang werd gegeven aan de inhaaloperatie hebben we afgezien van het op dit moment boven tafel halen van de recente gegevens. Zodra we daarover beschikken kan ik ook zinnig op die kwestie terug komen. Dan ga ik naar de vragen van ONS. ONS vraagt ons om een termijn waarbinnen we met een uitgewerkt voorstel zullen komen met betrekking tot het eenmaal per jaar gratis beschikbaarstellen van het Cultureel Centrum Fidei et Arti. We zeggen daarbij toe dat we er naar streven dat in de welzi jnscommissie van januari of februari, maar ik denk dat het praktischer is uit te gaan van februari, voor te leggen. Zulks ook om zo snel mogelijk een bijdrage te leveren aan de verdere invulling van het cultureel programma in het nieuwe cultureel centrum. Het CDA vraagt om gelijkschakeling in financieel opzicht tussen UW en De Zonnebloem. Ik heb in de welzi jnscommissie die zelfde vraag al toegelicht en ik herhaal dat heel kort. Ze vallen beiden binnen de categorie bijzondere subsidies en de bijzondere subsidies zijn qua techniek afgestemd mede op het exploitatietekort en het is heel onge-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 318