-27- zijn, die aanschrijving die blijft gehandhaafd, zij het dat het een aan schrijving is met een werking op termijn. Met betrekking tot het antwoord op de vragen die per brief van 27 oktober door de fractie van het CDA ge steld zijn rond de gevolgde procedure bij de bouw van het Texaco-station, daar zou ik willen zeggen mea culpa, mea maxima gaat me net iets te ver hier, maar nou ja, dat is een grapje voor intimi, ik leg dat aan anderen nog wel eens uit. Wij betreuren dat het inderdaad wat lang geduurd heeft. Ik ben blij dat u inmiddels in het bezit ervan bent, maar het heeft te lang geduurd. We zullen in dat verband ons leven beteren. Met betrekking tot de milieu-paragraaf denk ik, voorzitter, dat ik mag verwijzen naar de toegezegde evaluatie. Ik heb daar in het antwoord naar de Partij van de Arbeid ook al over gesproken, de evaluatie van het hele reinigingsver- haal in de vergadering van februari van de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening, omdat ik al eerder heb gesteld dat het een evaluatie in brede zin moet kunnen zijn, waarin aanzetten tot een andere aanpak of tot aanvullende maatregelen zeker bespreekbaar moet zijn. Dat geldt zowel voor ideeën als compostvaten als milieuparkjes voor gescheiden inzameling etc. Met betrekking tot de opmerking over de groenvoorzieningen, die wil ik ook met het oog op wat er allemaal kan in een bepaalde tijdspanne toch vooral zien, voorlopig, in het licht van die milieunota en daarnaast kan ik slechts opmerken dat de aandacht voor groenvoorzieningen er vanzelf sprekend altijd toch in ruime mate is geweest en zal blijven en ik er vooralsnog niets voor voel ten aanzien van groenvoorzieningen op zich een aparte nota toe te zeggen. Met betrekking tot de vraag over het meer- jarenoverzicht waarin de voorgenomen onderhoudswerken aan straten en wegen zijn opgenomen, wil ik de heer Wijnen verwijzen naar de procedure die loopt en die omschreven is onder nr. 53 van de schriftelijke beantwoording Ten aanzien van het huidige mogelijke plan om in Europees verband een hoge-snelheidstrein over het huidige tracé door onze gemeente te laten lopen vraagt de fractie van het CDA zich af wat daar voor onze gemeente de gevolgen van kunnen zijn. Ja, dat vragen wij ons ook af, mijnheer Wijnen. De overheid vraagt dat zich kennelijk ook af, want ik heb begrepen dat onlangs opdracht is gegeven door het ministerie voor verkeer en water staat aan DHV om een milieu-effectenrapportage te ontwikkelen en die zou in 1990 klaar moeten zijn, dus ik neem aan dat dan de discussie op lande lijk niveau wordt voortgezet zodra dat meer duidelijkheid oplevert. Dan komt wellicht provincie en gemeente in beeld. Met betrekking tot de op merkingen over het niet opnemen van opritten aan de Havendijk in het in vesteringsprogramma, voorzitter, merk ik op dat in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening daar uitvoering aandacht is besteed. Niet alleen tussen de commissieleden onderling, maar ook via de openbaarheid die de commissie kent en het spreekrecht en zelfs daar bovenuit gaande zeer nadrukkelijk met de betrokkenen. Daar zijn een aantal mogelijkheden bekeken en ik heb het zo begrepen dat er een aantal mogelijkheden be spreekbaar bleek, dat bij al die mogelijkheden een vorm van eigen bijdrage deel uitmaakte van het voorstel. Geen van die mogelijkheden bleek haalbaar dat stuitte af op die eigen bijdrage en op basis daarvan zijn de plannen afgelegd, ik dacht in lijn met de opvatting van de meerderheid van de commissie. De heer WIJNEN: Naar mijn idee is dat nooit het punt van afzien van ver harding is nooit in de commissie nadrukkelijk aan de orde geweest. Ik heb regelmatig nadat er een vrij ingewikkeld en kostbaar plan was voorgesteld in de commissie en waar van de kant van belanghebbenden op gereageerd is dat zij dat erg duur en eigenlijk ontoereikend vonden in hun situatie. Dat zij eigenlijk zelfs een goedkopere oplossing voorstelden en dat zij bereid waren om er medewerking aan te verlenen en dat dan naderhand met

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 317