-24-
De VOORZITTER: Nee. Het woord is aan wethouder Van Eijkeren.
De heer VAN EIJKEREN: Dank u wel, voorzitter. De fractie van de Partij
van de Arbeid die merkt op dat er sprake is van een spectaculaire rende
mentsverslechtering op het onderdeel reiniging met meer dan vier ton in
de komende vijf jaar. Zij spreken twijfel uit aan die extrapolatie die
heeft plaatsgevonden op basis van het grotere vuilaanbod sinds de invoe
ring van de afvalstoffenheffing en de daarmee gewijzigde wijze van inzame
ling. Ik denk dat daar op zich een grond van waarheid in zit. Het is denk
ik twijfelachtig om dat in die mate door te rekenen voor de komende ja
ren. Ze geven nog een aantal andere aspecten aan. Ik denk dat dit moment
niet aan de orde kan zijn om op al die aspecten in te gaan, temeer daar
reeds is toegezegd in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening
van februari aanstaande te agenderen een evaluatie van de reiniging en
ik denk dat daar ruimte is om al die aspecten daarbij te betrekken en ver
volgens te bezien op welke wijze we mede in het kader van de taakstelling
die we in het kader van het provinciaal afvalstoffenplan krijgen opgelegd
inderdaad tot een terugdringing van 25% zal moeten leiden, welke maatre
gelen we in dat licht de komende tijd zullen kunnen nemen. Met betrekking
tot de opmerking van de fractie van ONS over het bedrijventerrein aan de
Parklaan, in die reactie zit in feite al de suggestie die ook het CDA ten
aanzien van het bedrijventerrein doet, ja, kan ik opmerken dat gisteren
het betreffende bedrijventerrein vrijwel verkocht leek, dus men kan gerust
zijn, ik zeg vrijwel. Ik proef in de opstelling van zowel CDA als ONS dat
het zinnig is om op korte termijn, ik denk niet in de commissie stads
vernieuwing maar in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening
de bestemming en eventuele bestemmingswijziging van het betreffende per
ceel ter discussie te stellen. Dan, voorzitter, kom ik bij de vragen en
opmerkingen van het CDA. De heer Wijnen die merkt op dat de kosten van
gemeentewerken een stijging vertonen in de meerjarenraming en vraagt zich
af of de uitbreiding, de verwachte uitbreiding van de gemeente welke als
onderbouwing daarvoor is gegeven, hoe die moet worden verstaan. Daarmee
wordt bedoeld de verdere uitbreiding in het bestemmingsplan Albano, dus
het noordelijk deel van lob B, daarmee wordt bedoeld de overige bestem
mingsplannen die we onder handen hebben of op het punt staan onder handen
te nemen: bestemmingsplan Sancta Maria, bestemmingsplan Labor, bestem
mingsplan West-Vaardeke-West.
De heer WIJNEN: Het was niet duidelijk in de toelichting of het een uit
breiding van het grondgebied van de gemeente betrof. Dus daar hebben we
nu duidelijkheid over. Dank u wel.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, nee ik zou daar boeiende dingen over kunnen zeg
gen maar
De VOORZITTER: Dan kan iedereen in de omgeving weer gerust zijn.
De heer VAN EIJKEREN: ik ben de burgemeester van een nabuurgemeente
onlangs tegengekomen en ik wou dat niet allemaal op dit moment herhalen,
want dat zou onnodig tot onrust leiden terwijl het hooguit ludiek bedoeld
zou zijn. Met betrekking tot de stadsvernieuwing komt de heer Wijnen tot
een bezinning zoals hij de betreffende paragraaf als titel heeft meege
geven. Daarin proef ik dat de structuurschets door zijn fractie als be
leidskader, uitgangspunten en doelstellingen met betrekking tot de stads
vernieuwing omvattende, toch nog steeds als onvoldoende wordt beschouwd
en ik constateer dat de raad de betreffende schets als beleidskader heeft
vastgesteld, juist in de zin van de uitgangspunten en doelstellingen op
dat gebied omvattenden, met de bedoeling om van daaruit de verschillende
onderdelen in plannen om te zetten. Nou, dat is precies waar we mee bezig