-17- De VOORZITTER schorst de vergadering. Na opheffing van de schorsing stelt: De VOORZITTER: Wij zetten de behandeling van de algemene beschouwingen voort met het antwoord in tweede termijn van het college. We doen dat op de wijze zoals gebruikelijk is in de volgorde waarin de fracties aan het woord zijn geweest, waarbij we aannemen dat de fractie van het CDA volgde op die van ONS, maar gegroepeerd naar de portefeuilleverdeling waarbij ik de opening zal maken, wethouder Van Eijkeren daarna zal volgen en wet houder Van Overveld zal afsluiten. De Partij van de Arbeid heeft de verwijzing in ons antwoord verkeerd be grepen als zij daaruit concludeert dat de portefeuillehouder geen inzicht had in de vermoedelijke oorzaken van de gang van zaken met betrekking tot de rekeningen. Het was niet het niet kunnen, maar het was nadrukkelijk het pogen om op een zo objectief mogelijke wijze die oorzaken op tafel te krijgen. In het licht van de problemen leek dat uiterst gewenst en een voortreffelijke aanzet om tot een oplossing te komen. Met betrekking tot het signaal dat het inhalen nu meer symptoombestrijding is met enkel een malige korte termijn-effecten spreken we dan ook in zoverre tegen dat het een combinatie is van inhalen en het opsporen van de oorzaken en het weg nemen van die oorzaken. Ik kan er overigens bij zeggen dat op dit moment ook lopend werk gebeurt ten behoeve van de jaarrekening 1988. Met betrek king tot de maatregelen die nodig zijn zeggen wij toe dat wij de nodige maatregelen zullen treffen, al dan niet dat hangt ervan af of daarvoor uw betrokkenheid direct nodig is, al dan niet in overleg met de raad. Die maatregelen volgen zodra de accountant inzicht verschaft en wij het daar mee eens zijn. Dat de Partij van de Arbeid zegt dat er grenzen genaderd zijn die de fractie niet wenst te overschrijden vinden wij alleszins be grijpelijk. We nemen trouwens aan dat dat niet alleen voor de Partij van de Arbeid geldt, dat geldt ook voor ons college en het geldt naar alle waarschijnlijkheid ook voor het college van gedeputeerde staten. Vandaar dat onzerzijds alles op haren en snaren zal worden gezet om bij te komen. Dat er geen concrete toezegging, nee geen concretere toezegging in ons antwoord zat lag aan het feit dat de accountant er volstrekt niet voor voelde om op welke wijze dan ook zich te binden aan enig moment. Hij vond het onjuist om verwachtingen te wekken waar hij niet zeker was dat hij die kon waarmaken. Wat dat betreft was het een beetje de situatie van er zijn al meer toezeggingen gedaan die niet zijn waargemaakt. Misschien dat we het waarmaken nu er geen toezeggingen worden gedaan, maar inmiddels is het zo dat de accountant naar de situatie van vandaag, letterlijk en figuurlijk, weliswaar nog niet zegt ik ben bereid om een concrete planning af te geven, maar wel een persoonlijke inschatting te geven en die per soonlijke inschatting komt er op neer, het is niet meer dan een persoon lijke inschatting, ook niet minder, er zit geen enkele garantie aan, rea liseert u zich dat goed, dat de rekening 1985 in januari gereed zal zijn en dat die van 1986 en 1987 in april gereed zullen zijn. Er is naar de fractie van de Partij van de Arbeid toe en wellicht naar meer aandachtige lezers van de begroting wat onduidelijkheid ontstaan met betrekking tot de prioriteiten van stadsvernieuwing. De 72.000,die er in de begro ting staan zijn het saldo van 1,5 miljoen die ooit op initiatief van het raadslid Rennings zijn genoemd, maar die uiteindelijk alleen maar een ga rantiebedrag waren, want het kon overtroffen worden bij erg positief af te sluiten jaarrekeningen, maar die 1,5 miljoen figureren op grond daarvan, vermindert met de investeringen van Fidei et Arti en dat is conform de bedoelingen en vermindert ook met de aankoop van Sancta Maria. Dat laatste is overigens alleen een financieringsmiddel, want het loopt in de exploi-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 307