-14- wijze gaat, maar ik denk dat we voor de toekomstige keren ons toch nog wel eens even moeten bedenken of we in deze lijn kunnen blijven voortgaan, want de garantiestelling voor 2,3 miljoen ten laste van de gemeente is nou bepaald niet niks en vandaar dat ik even bij dit punt wil stilstaan. De VOORZITTER: Ja, u noemt het, mijnheer Van Oosterhout, garantie in de partikuliere sektor. Misschien is het duidelijker om te zeggen daar wordt dan het risiko genomen en dat risiko is wat wij nu overnemen. Ik denk dat het te overzien is, maar het alternatief was geweest dat de 22 woningen niet gebouwd zouden worden en het is daarom dat we op 9 oktober 1986 onze medewerking hebben verleend. Ik begrijp dat u zich met het voorstel kunt verenigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Financiering liquidatiekosten Woonwagenschap/wijziging begroting 1988 9. Voorstel tot: a. het niet indienen vai bezwaren tegen de rekening 1985 en de begroting 1988 van de gemeenschappelijke regeling Instelling ten behoeve van het bijzonder buitengewoon Lager Onderwijs en de nazorg in Roosendaal en omgeving; b. wijziging van de gemeentebegroting 1988 Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 10. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het opstellen van een programma van eisen in verband met de benodigde huisvesting totale gemeentelijk apparaat op middellange termijn/wijziging gemeentebegroting 1988 De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Dat kan soms snel gaan. Bij de algemene beschouwingen hebben we als VVD dit voorstel gedaan en nu reeds het voorstel om een krediet te voteren. Soms bekruipt ons wel eens het gevoel het is maar net wat het college past. Maar goed, dat even terzijde. De VOORZITTER: Ja, of is het de kwaliteit van het voorstel De heer HUIJPEN: Dat zou ook kunnen, maar daar twijfelden wij toen al niet aan. Maar wat wij wilden vragen was het volgende: Wordt een en ander neg kortgesloten met de struktuurschets die de heer Hoogenberk aan het maken is Volgens onze informatie was het toch zo dat de heer Hoogenberk ook zou kijken of een nadere bezinning over een herhuisvesting van het gemeen telijk apparaat noodzakelijk zou zijn. Ja, wij als VVD-fraktie zouden het betreuren dat de uitkomsten van die rapportages dat die elkaar zouden overlappen, dat wil zeggen dat die niet bij elkaar in overeenstemming zou den zijn. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de gedachte dat het gemeente huis te klein zou zijn die is wel eens eerder uitgesproken hier in het gemeentehuis zelf en ook wel in verband gebracht met andere overwegingen, maar ik heb ook in het stuk van het organisatiebureau gelezen dat men van uit het gemeentehuis een geringe emotionele band heeft met dit huis en dat verwonderde mijwant ik vroeg me af hoe heeft u dat nou vastgesteld of hoe hebben zij dat vastgesteld. Is dat op basis van objektieve onder zoeken of is dat een vermoeden wat bij een aantal mensen leeft. De VOORZITTER: Ja, ik wou juist zeggen de tranen die hebben we op de vin gers van geen hand kunnen tellen. Geen enkele traan. Dus wat dat betreft

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 29