-8-
Een van de beleidspeilers van de VVD-fractie is een sluitende begroting.
Ook in meerjarig perspectief. Dat geldt voor de VVD als een ijzeren rand
voorwaarde. De meerjarenraming geeft aan dat de lasten in de toekomst
stijgen en de baten verminderen, resulterend in tekorten van 4 ton in 1990
oplopend tot 8 ton in 1993. Een verdubbeling van de tekorten op de jaarre
keningen over een tijdspanne van 4 jaar. Daarin zijn de lasten tengevolge
van de stads- en dorpsvernieuwing nog niet eens verwerkt. Het college
stelt in de meerjarenraming dat er uiteraard structurele oplossingen voor
de gesignaleerde tekorten zullen moeten worden gevonden. Het college doet
daarbij een aantal voorzetten, te weten: a. leges zullen zodanig hoog moe
ten worden zodat er van een betere kostendekking sprake zal zijn en dat
betekent lastenverzwaring voor de burgers; b. ten aanzien van de afval
stoffenheffing zal er eveneens naar kostendekking gestreefd moeten worden,
dat betekent lastenverzwaring voor de burgers; c. tot slot geeft het col
lege aan te overwegen de plaatselijke belastingen te verhogen. Gezien de
in vergelijking met andere gemeenten in de regio relatief geringe belas
tingdruk, is de ruimte daarvoor in ieder geval aanwezig. Dat betekent
lastenverzwaring voor de burgers. Totaal in tegenspraak dan weer is de
reactie van het college naar de raad, waarin uw college stelt, mijnheer
de voorzitter, en ik citeer: "Hoewel een vergelijking van de belasting
druk tussen gemeenten zeer moeilijk is, is ook het college van mening dat
de positie die er uit blijkt alleszins de moeite van het behouden waard
is. Wij vertrouwen erop dat deze ook na het inhalen van de rekeningach
terstand met de jaarrekeningen in stand kan blijven." Einde citaat. Mijn
heer de voorzitter, ik zou u willen vragen: Hoe zit het nou Vertelt u
er nog eens wat van. Een andere belangrijke beleidspeiler van de VVD-
fractie is, mijnheer de voorzitter, dit even ter opfrissing van het geheu
gen van het college, het niet verzwaren van de lasten voor onze burgers
tenzij er sprake is van een verhoogde dienstverlening,alsmede recente en
actuele cijfers daartoe aanleiding geven. Conform de voorschriften vormt
de primitieve begroting van 1989 de eerste jaarschijf van de meerjaren
raming en dient als basis daarvoor. Het college kwalificeert de begroting
1989 als een niet goed functionerend informatiedocument. Het is het colle
ge ondertussen bekend welke kwalificatie de VVD-fractie aan de begroting
1989 geeft, waarbij opgemerkt, mijnheer de voorzitter, dat de VVD-fractie
zeer nadrukkelijk niet bedoeld heeft te stellen als zouden wij geen waar
dering hebben voor de betrokkenen die het stuk geproduceerd hebben. Inte
gendeel, ook ambtenaren moesten roeien met de riemen die voorhanden waren.
Het probleem was en is nog steeds dat de riemen ontbreken, dus er valt
niet te roeien. Welnu, mijnheer de voorzitter, het gaat natuurlijk om
de inhoud van het stuk. Dat was u natuurlijk ook wel duidelijk. Als de
primitieve begroting 1989 basis is voor de meerjarenraming 1989 tot en
met 1993, dan kan het college wel raden hoe de VVD-fractie over de meer
jarenraming denkt. Kamerbreed heeft de raad te kennen gegeven tijdens de
eerste termijn van de algemene beschouwingen, op korte termijn een aantal
zaken te willen regelen. De fractie van ONS wilde vorig jaar al afrekenen.
Dat wil de VVD-fractie al jaren getuige onze beschouwingen in de vooraf
gaande jaren en een motie met betrekking tot de rekeningachterstanden wel
ke toen niet door de meerheidheid van de raad werd aangenomen. Deze keer,
voorzitter, stelt de WD-fractie vast dat het antwoord van het college:
a. geen enkel inzicht verschaft in de termijn waarop een aantal zaken ge
realiseerd zullen zijn; b. uit het antwoord van het college geen enkele
indicatie valt af te leiden hoe de cijfers van de diverse jaarrekeningen
eruit zullen zien; c. het college geen enkele garantie geeft waarin wordt
aangekondigd hoe vergelijkbare problemen in de toekomst worden voorkomen.
Dit alles overwegende, mijnheer de voorzitter, noopt de VVD-fractie tot
het indienen van een motie, waarvan de inhoud als volgt luidt: