-10-
hebben, dat dat de behaaglijkheid om te wonen in lob B van Albano wel eens
kan aantasten. Voor de rest, mijnheer de voorzitter, met het voorliggende
plan hebben wij in de commissie tenminste geen verdere opmerkingen gemaakt
dus daar kunnen we mee instemmen.
De heer VAN OOSTERHOUT: Mijnheer de voorzitter, heel kort van mijn kant.
Met betrekking tot dit plan konden we de verliezen zien aankomen. In com
missieverband hebben we nog gesproken over 1,1 miljoen gulden. We hebben
daar ook gesproken over de mogelijkheid om de kavelprijs aan te passen
en in laatste instantie, bij dit voorstel, heeft u dat inmiddels gedaan.
Dat scheelt zo'n 5 ton aan verlies, dat we minder verlies hebben. Ik deel
de opvatting van de heer Wijnen, die hij ook in de commissie heeft gezegd,
dat we eigenlijk in de komende periode op onderdelen van dit plan toch
zouden moeten bezien of er nog wijzigingen mogelijk zijn zodanig dat de
economische haalbaarheid van het plan een wat beter aanzien krijgt. Daar
aan toegevoegd zij dat de wijze waarop het plan er nu ligt er gekomen is
vanwege het feit dat we in ieder geval ten aanzien van dit plan vinden
dat het moet voldoen aan de randvoorwaarden zoals ze gesteld zijn en ik
denk dat we, niet alleen mijn fraktie maar ook andere frakties, er aan
zullen hechten dat we in het verleden gemaakte fouten niet herhalen. Van
onze kant zal daar in ieder geval ten zeerste op worden toegezien. Daar
wou ik het bij laten.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, naar de heer Den Braber toe kan ik
alleen maar zeggen bedankt voor de wijze waarop u het nog eens heeft sa
mengevat. Ik heb daar geen vraag in beluisterd, dus ik neem aan dat hij
van mij ook geen antwoord verwacht. Dan kom ik bij de heer Huijpen, die
vraagt zich af of het geplande aantal woningwetwoningen zich verdraagt
met het in het vooruitzicht gestelde contingent op dat terrein. Het con
tingent is vanaf 1 januari 1988 wat ruimer door de gemeente zelf te inter
preteren. Dat is afhankelijk van de omvang van de woningen die we bouwen.
Daarmee kun je schuiven naar categorieën. Wij hebben op basis van de plan
ning die ook door de raad is vastgesteld, zijn we tot deze aantallen geko
men, waarbij ik de aantekening wil maken dat een verdere verdunning van
het plan wat nu voorligt, met name ten aanzien van het telmodel geldt dat,
altijd tot de mogelijkheden behoort, omdat in die zin gesproken is van
een verdergaande kwaliteitsverbetering. U hebt ook gezien hoe het gerea
liseerde zuidelijke gedeelte of dat wat nu in aanbouw is hoe daar woningen
in andere categorieën, bijvoorbeeld in de koopsektor zijn gerealiseerd
op weliswaar hetzelfde aantal kavels wat wij in de verkaveling hadden zit
ten, maar bijvoorbeeld op 12 kavels 9 woningen werden gerealiseerd zodat
de grondopbrengst gerealiseerd werd voor de gemeente, maar het streven
wat steeds uitgangspunt is geweest om daar waar dat mogelijk is nog een
verdere verdunning te krijgen of een geringere verdichting om dat te re
aliseren. Nou, dat hebben we al voor een gedeelte voor elkaar gekregen
in het zuidelijk deel van lob B en datzelfde beleid mag u verwachten ten
aanzien van het nog in te vullen gedeelte. Dus als we nu praten over nog
zoveel te realiseren woningen dan is dat het maximale aantal. Het kan min
der zijn, maar dat heeft geen consequenties voor de grondopbrengst. De
struktuur van het plan wat nu voorligt ten opzichte van het oorspronkelij
ke plan is ongewijzigd. Met betrekking tot een aantal suggesties voor na
dere diskussie met betrekking tot de invulling van enkele lokaties in het
plan zoals u het stelt, nou, ik denk dat we het vanuit het college met
belangstelling tegemoet zien. Ik pak dan maar meteen mee, voorzitter, de
opmerkingen die de heer Wijnen daarover maakt en eigenlijk ook de heer
Van Oosterhout, die daar weer op aansloot. Kijk, we praten over een plan
waarvan de uitvoering veel langer duurt, een jaar of tien, dan we in het