-13-
uw antwoord maakten we toen op dat er die nauwelijks nog zijn. In elk ge
val hadden de in de kom al gevestigde bedrijven tot dusverre geen belang
stelling getoond. Op dat moment is niet gesproken over de behoefte aan
ruimte die bij het bedrijf van Wagemakers zelf aanwezig was. Het bedrijf
had, zo blijkt echter, eerder een aanvraag ingediend voor het bouwen van
een loods aan de Bornhemweg. Het motief hiertoe was om te ontsnappen aan
het ruimtegebrek aan de Albanoweg. Daar heeft men blijkbaar onvoldoende
uitbreidingsmogelijkheden. Voor de hand liggend is in zo'n geval om een
passende oplossing te zoeken binnen het gemeentelijk aanbod van bedrijven
terreinen. Hiermee zou men kunnen bewerkstelligen dat het transportbedrijf
op de geëigende plaats kan worden uitgeoefend, zodat er aan de Albanoweg
voldoende ruimte blijft om het zogenaamd agrarisch hulpbedrijf te kunnen
uitoefenen. Dan kan in elk geval gezegd worden dat er dan een oplossing
wordt gevonden overeenkomstig de doelstelling van het plan Buitengebied.
In concreto betekent dit dat de koper zijn perceel inricht voor het te
verzelfstandigen bedrijfsonderdeel die dat dan kan huren, want ik heb in
middels begrepen dat dat de bedoeling is bij de firma Wagemakers om de
bedrijfsonderdelen te verzelfstandigen. Dus dan sluit dat eigenlijk aan
dat hij dat perceel wat nu van de gemeente gekocht wordt voor zijn eigen
exploitatie wil gaan of kan gaan benutten.
De VOORZITTER: Ja, u maakt, mijnheer Wijnen van een vraagstelling die
voorligt een hele andere en de vraagstelling zoals u hem nu aan de raad
wil voorleggen is, daarvan weet ik niet wat de opvatting van de firma
Wagemakers is. Ik zeg ik weet het niet, maar daar is natuurlijk wel naar
te raden, gezien het feit dat Wagemakers zelf met een andere optie komt.
Een andere optie die dan overigens in de sfeer van de ruimtelijke orde
ning een vertaling moet krijgen en die is op dit moment hier niet aan
de orde, maar die komt via een bezwaarschrift wat ongeveer in gelijke ter
men geformuleerd is als uw bijdrage nu, op een geëigende plaats aan de
orde. Ik denk dat we niet kunnen spreken over een verkoop met daaraan toe
gevoegd een voorwaarde dat die grond uitsluitend te gebruiken is ten be
hoeve van de verzelfstandiging van onderdelen van het grond- en transport
bedrijf. Daarvoor heeft Wagemakers geen belangstelling getoond. Hij heeft
het gedaan om eenzelfde activiteit op te zetten als die eerder aan de
Schuitevaarstraat gedaan heeft en waar we toch met enige dankbaarheid
vaststellen dat er 16 mensen aan het werk zijn. Iets soortgelijks beoogt
hij ook hier.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, toch is het zo dat het bedrij
venterrein op de Bosschendijk een functie verdient, heeft gekregen voor
de knelzittende ondernemers op andere plaatsen om de doeleinden van onze
ruimtelijke ordeningsproblematiek op te lossen. De mogelijkheid is daarbij
voorhanden. Dus ik ben er niet tegen om het perceel aan Wagemakers te ver
kopen. Ik zou er wel op willen wijzen dat die mogelijkheid dat het bedrijf
bij de verzelfstandiging van onderdelen deze oplossing kiest, in beschou
wing neemt en dat het college daar terdege op wijst.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat u bedoelt dat als deze transactie wordt af
gewikkeld dat we het grond- en transportbedrijf erop attenderen dat de
uitslag van de behandeling van het verzoek om te bouwen aan de Bornhemweg
nog niet, althans nu nog niet is afgehandeld en dat het wel eens van be
lang kan zijn om daarop te wachten.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik begrijp helemaal niet waar het over
gaat. Wij verkopen een stuk grond hier aan iemand die daarin geïnteres
seerd is en zijn bedrijf zal hij zelf wel voeren. Ik wens op geen enkele
manier nu een koppeling te maken tussen het een of het ander, nee, ik kan
geen koppeling maken. Het is toch niet gepast van ons om wanneer iemand