-8- te besluiten vanavond hier met uw voorstel mee te gaan. Tot slot van mijn eerste instantie wil ik naar aanleiding van het niet verhogen van de OGB nog opmerken dat dat jaarlijks bezien van dat percentage, heel eenvoudig en de problemen die dat met zich mee brengt, heel eenvoudig is te onder vangen door te gaan werken met een cumulatief percentage, zodanig dat we steeds zicht houden op de achterstand die we voor de gemeentelijke inko mens hebben ten opzichte van de voorgaande jaren als gevolg van prijsstij gingen. Daarbij wou ik het in eerste instantie laten. De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, in eerste instantie gaan wij akkoord, maar dat wil nog niet zeggen dat ten aanzien van de belastingdruk er geen algemene kunstmatige toepassing zal worden toegepast via de stijging van of wanneer de stijging van het algemeen prijsniveau onder de 2% blijft, daar gaan wij mee akkoord. Wij neigen voor de rest om akkoord te gaan met de verhoging van de afvalstoffenheffing omdat wij van mening zijn, daar waar de gemeente nog ruim 100.000,toelegt op de afvalstoffenheffing, dat daar toch de nodige compensatie in gezocht moet worden en wij willen alleen gaarne van u nog een toelichting hebben op de zin waar u mee be gint bij de tweede alinea ten aanzien van de financiële situatie waaraan u dat dus beargumenteert om dus de afvalstoffenheffing derde fase in te voeren en om die 35.000,mee te nemen. Wat het voorstel betreft van de Partij van de Arbeid om de leges te gaan verhogen, dat vinden wij niet reëel omdat als je 100.000,tekort komt op de afvalstoffenheffing vin den wij dat je daar eerder naar een kostendekking, althans naar een hoger dekkingspercentage moet streven dan nu zomaar de leges te gaan verhogen. Ook kunnen wij niet akkoord gaan, voorzitter, met het voorstel van de WD om hier geen verdere verhogingen toe te passen en het binnen de 0GB te zoeken. Wij vinden dat duidelijk binnen de afvalstoffenheffing dit gezocht moet worden, vooral omdat zoals de heer Van Oosterhout zegt van ONS wat er voor de toekomst onder andere te wachten staat op het gebied van de vuilverwerking, de kosten onder andere straks met een vuilverwerking op het plan Moerdijk. Daar komen zulke ontzettend hoge kosten naar de gemeen te toe, dat wij toch genoodzaakt moeten zijn om onze tarieven aan te pas sen en daar zullen wij ook als gemeente Oudenbosch niet aan ontkomen. Dit was het in eerste termijn, voorzitter. De VOORZITTER: Naar de heer Den Braber toe zeg ik graag toe dat als de hertaxaties gereed zijn, dat een aanleiding zal zijn om tijdig in ABZ over de consequenties daarvan te spreken. Of de commissie het zinvol vindt om daar de discussie van te maken die u suggereert, dat weet ik niet, maar ik denk dat het niet verstandig is om daar op dit moment op vooruit te lopen. Met betrekking tot de afvalstoffenheffing en de leges hebben we ons bij het opmaken van het program vooral laten leiden door de situatie dat we zagen dat er alsmaar meer kosten naar ons overkwamen en nu blijkt dat er eigenlijk een soort weeldeprobleem aan het ontstaan is. Er ligt ontegenzeggenlijk de afspraak om de leges naar een kostendekkend tarief te brengen. Ik heb de indruk dat ik voor de heer Den Braber en zijn frac tie niks nieuws vertel als ik zeg dat de vraag naar de mate van kosten dekkendheid en misschien zelfs wel de vraag naar de kostendekkendheid niet ten aanzien van een groot aantal legestarieven zo eenvoudig te beantwoor den is dat je daar nu zou kunnen concluderen dat je daar minstens 20% op tekort komt. Wat we met elkaar hebben vastgesteld, maar waarvan we ook weten dat het heel moeilijk is om het goed ingevuld te krijgen, we pro beren daarbij de sjablonen die de VNG pleegt aan te dragen te krijgen, om dat op te lossen. Dat is de heffingen in de sfeer van de ruimtelijke ordening en met name milieu niet te funderen en dat heeft in het licht van de prioriteitsstelling die we in zijn algemeenheid onderschreven heb ben voor de afdeling financiën, namelijk om daar absolute prioriteit te

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 226