-23- inderdaad vanwege de snelheid er goed aan doen om op deze wijze te werken. Juist op deze wijze krijgt een club mensen die daar initiatief toe mede wil nemen de gelegenheid om alle zaken die nog verder moeten worden voor bereid om die op zo kort mogelijke termijn ook te kunnen voorbereiden, daarmee wordt denk ik ook recht gedaan aan het uitgangspunt dat er sprake moest zijn van een hard werkende particuliere stichting die uiteraard ban den heeft met de gemeente, maar dat is de lijn die is uitgezet. Ik denk dat het goed is dat allerlei obstakels die er daarbij nog te nemen zijn, links en rechts en de heer Wijnen heeft er een aantal genoemd en daar heeft hij beslist allemaal geen ongelijk in en ik denk dat er nog vele anderen zijn te noemen. Ik denk dat het gewoon verstandig is op dit mo ment om het college en ook de wethouder en ook, laten we dat er aan toe voegen, het voorlopige bestuur niet voor de voeten gaan lopen en af te wachten wat zij op zeer korte termijn aan voorstellen in deze richting kunnen doen, waarbij het natuurlijk zo blijft, ik wil dat onderstrepen, dat de raad hier straks een bestuur gaat benoemen, niet een voorlopig be stuur, maar een bestuur gaat benoemen en ook de statuten gaat vaststellen waarmee dat bestuur moet gaan werken en ook het huurcontract moet gaan vaststellen. Dus de raad krijgt toch alle gelegenheid om in dit verband zijn zegje te doen. Wij willen de wethouder en het college daarbij denk ik niet, zeker te weten niet voor de voeten lopen en hem graag en het col lege graag de gelegenheid geven om die forse taak nog, want er liggen nog wat vuiltjes weg te poetsen, om dat in de komende periode in samenwerking met het voorlopig bestuur te kunnen doen. Dank u. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, duidelijk is voor mijn fraktie dat we hier dus praten over een voorlopig bestuur, met betrek king tot het werven en voordragen van kandidaten moet ik toch stellen dat dat voor zover ik me kan herinneren een keer aan de orde geweest is in de commissie ABZ. Toen heeft de voorzitter van deze raad gesteld kandida ten waarvan wij veronderstelden dat het raadsleden zouden moeten zijn, van iedere partij een kandidaat aan te leveren voor het voorlopig stich tingsbestuur. Het is zo dat we dat misschien wat verkeerd geïnterpreteerd hebben en daardoor dus voor ons de boot voorbij is geschoven, maar dat neemt niet weg dat wij toch van mening zijn en blijven, zoals ik dat aan het eind van mijn eerste termijn al gesteld heb, dat er op korte termijn dus iets gedaan moet worden in de sfeer van het tot leven brengen van het Fidei et Arti-gebeuren. Ik zou tot slot het volgende willen stellen, nog maals we praten hier over een voorlopig bestuur. De VVD-fraktie gaat zich beraden over kandidaten voor een definitief bestuur en ik denk dat het goed zou zijn met betrekking tot de statuten dat op het moment dat die samengesteld zijn, dat die in de welzijnscommissie aan de orde komen. Dus, akkoord met het voorstel zoals het hier gepresenteerd is, maar wel met diverse kanttekeningen daarbij vermeld. De heer VAN OVERVELD: Met betrekking tot de vragen van mijnheer Wijnen, moet ik zeggen dat u niet te zwaar moet tillen aan de ambtelijke onder steuning, want daar gaat u nogal diep op in en dan denk ik dat er een enorm misverstand ontstaat. Ambtelijke ondersteuning heeft in zoverre plaatsgevonden dat bij de voorbereiding van de welzijnscommissie bijvoor beeld een en ander door een ambtenaar, of althans door de afdeling, is mede voorbereid. Daarna is de afdeling niet meer in beeld geweest, net zomin als bij het oprichten van welke andere stichting dan ook. Dus ik moet ontkennen dat op dit moment de afdeling nog heel nauw bij het gebeu ren is betrokken. Wel uiteraard op het moment dat er met welke stichting dan ook overleg wordt gepleegd, dan is er altijd ambtelijke ondersteuning aanwezig, maar niet specifiek voor aktiviteiten die ten behoeve van deze

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 208