-16- bouwsels en zo tegen de regels in verrezen waren. De vraag is, is het ook de bedoeling om een soortgelijk uitgangspunt mee te nemen voor deze herziening van 't Spui. Dan de tweede vraagPagnevaart, de herziening daar van, werd destijds gefinancierd uit het grondbedrijf omdat bestemmings plannen afgerekend worden via het grondbedrijf. Zou het niet zinvol zijn om deze 35.000,ruim uit het grondbedrijf te putten en daarmee niet de algemene dienst lastig te vallen De heer VAN EIJKEREN: Voorzitter, ervan uitgaande dat de laatste vraag van de heer Den Braber door u beantwoord gaat worden, op zo'n feestdag moet toch ook nog gewerkt worden zoals u zelf al zei. Maar voordat we van het werk afzien even serieus. Naar de heer Wijnen toe, de toezegging die ik heb gedaan daarvan wil ik best bij deze nog een keer vertellen dat ik die niet op persoonlijke titel heb gedaan, maar namens het college. Er is ons veel aan gelegen, nu die zaak al zo lang sleept, om nu spoed te betrachten. U hebt gezien de termijn die het stedebouwkundig bureau nodig heeft moet het met de procedure die daaromheen zit mogelijk zijn om voor het einde van dit jaar die zaak afgerond te hebben en u bent daar zelf bij als lid van de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening. Voorzitter, met betrekking tot de vraag van de heer Den Braber of we hier naar analogie van wat bij de herziening van het bestemmingsplan Pagnevaart gebeurd is, een soort algehele amnestie, ik denk dat ik hier moet zeggen in principe niet. We hebben hier te maken met een veel jonger bestemmings plan waar dus ook veel recentere uitgangspunten aan ten grondslag liggen dan er aan het plan Pagnevaart ten grondslag lagen, waarbij ik er nog steeds vanuit ga dat, zonder dat 100% te kunnen doen, het toezicht in ieder geval beter is en tot meer resultaat heeft geleid dan op het moment dat we Pagnevaart aan de de orde hadden. Ik sluit niet uit dat afhankelijk van de aard van de afwijkingen een dergelijke handelwijze zoals bij Pagnevaart voor bepaalde categorieën misschien bespreekbaar is, maar ik stel voor dat we eerst het rapport van het bureau afwachten en dan vervol gend in de commissie hierover van gedachten wisselen. De VOORZITTER: Met betrekking tot de suggestie rond het grondbedrijf, ja, in theorie is het denk ik heel juist wat de heer Den Braber zegt, maar in de wetenschap dat de sanering van het grondbedrijf toch tot bewegingen in de omgekeerde richting zullen moeten gaan leiden, daar zullen we toch niet aan ontkomen, denk ik dat het ietwat Farizeïsch is om dan nu uit sluitend om het principe terwijl je weet dat je dat op korte termijn moet terugdraaien om het dan nu uit het grondbedrijf te putten. Ik denk dat het letterlijk en figuurlijk een kwestie van vestzak/broekzak is, maar het kan uit de reserve van het grondbedrijf. Ik denk niet dat het aanbeve ling verdient. De heer DEN BRABER: Nou, ik denk dat het in principe veel juister is om dit soort zaken via het grondbedrijf af te rekenen en dat dat tot gevolgen zal leiden voor de algemene dienst, ja, dat is mij wel bekend, maar laten we de gelden pakken en ophalen waar ze thuishoren en uiteindelijk is de algemene dienst een soort vereveningsdienst over al die andere sectoren en ik blijf bij mijn voorstel, al was het alleen maar om duidelijkheid te krijgen over wat er allemaal omgaat in het grondbedrijf. Ik neem aan, voorzitter, dat ik hiermee begonnen ben aan mijn tweede termijn, want ik heb ook nog een vraag aan de wethouder. Ik ben het van harte met hem eens dat in principe geen algemene amnestie toegestaan wordt in t Spui. Het lijkt me daarom zinnig om daar waar illegale afwijkingen geconstateerd worden, dat dat zeer gespecificeerd aan de commissie wordt voorgelegd en dat er geen zaken, om het maar eens plat te zeggen, onder de zoden worden weggemoffeld.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 201