-12-
Fenkelstraat en in de commissie ABZ is de visie van mijn fraktie te berde
gebracht door het voorstel te lanceren van is het nou niet mogelijk om
een bestemmingsreserve te creëren met betrekking tot die gemeentelijke
monumenten, incluis de doorbraak Fenkelstraat. Volgens de lijst Hoogenberk
is er een reservering nodig van 80.000,voor 1989. Er zijn naar onze
visie voldoende argumenten aanwezig om het voorgestelde bedrag, zoals dat
in het preadvies vermeld staat, niet te doen opgaan in het geheel van het
prioriteitenfonds. Dus wij hebben daar toch nog steeds wat moeite mee.
De heer VAN EIJKEREN: Dank u wel, voorzitter, de verzuchting, dat is het
eigenlijk meer dan een vraag, van de heer Wijnen. Ik kan hem daar een heel
eind tegemoet in komen. We zijn vergevorderd. Ik denk dat we dat spoedig,
dus zeg maar het hoofdstuk gemeentelijke monumenten, dat we dat spoedig
in de commissie aan de orde kunnen stellen. Op dit moment wordt er nog
gestudeerd op de criteria die je zou kunnen hanteren bij het samenstellen
van die lijst. Het wordt tijd om in die zin het hele stads- en dorpsver-
nieuwingsgebeuren min of meer compleet te maken. Dat ook naar de heer
Huijpen toe. Ik denk dat het een slechte zaak zou zijn, voorzitter, als
we ten aanzien van de onderdelen binnen het kader van de stads- en dorps
vernieuwing allemaal aparte potjes zouden gaan maken. Ik denk dat we ge
woon een duidelijke afspraak moeten hebben en wellicht zullen we daar nog
eens over moeten praten of dat er een procentuele verdeling zou moeten
komen of niet. Een procentuele verdeling waarbij dan een bodembedrag en
een maximumbedrag misschien genoemd zouden moeten worden. Want u ziet dat
het bedrag wat van provinciale zijde jaarlijks aan de gemeente wordt toe
gekend steeds fluctueert. Het bedrag voor 1989 zal aanzienlijk lager zijn.
Dat betekent dat je het niet van het toeval alleen kunt laten afhangen,
maar dat je een duidelijk kader moet afbakenen waardoor het struktureel
wordt en waardoor een gemeentelijke inzet wellicht ook ter sprake moet
komen. Dat kun je eigenlijk met betrekking tot die monumenten pas doen
op het moment dat je de lijst hebt vastgesteld, weet wat de bijzondere
monumenten zijn, weet wat de woningmonumenten zijn. Als je dat goed hebt
vastgelegd, dan denk ik dat er zich niets tegen verzet om daar het prio
riteitenfonds stadsvernieuwing als hét fonds, dé reserve op het gebied
van stads- en dorpsvernieuwing voor te gebruiken. Daarbinnen weten we dan
met elkaar hoe de onderlinge verhoudingen liggen. Dan is die vrees, dat
proef ik toch een beetje, dat het een wellicht wat wordt ondergeschoven
ten nadele of ten gunste van andere zaken, daar hoeven we dan niet meer
voor te vrezen. De vraag van de heer Huijpen of het bij de bewoners vol
doende bekend is. Ik denk gezien de reacties sinds jaren daar toch gewoon
ja op te kunnen zeggen. Maar ik heb eerder al eens toegezegd en daar is
ook uitvoering aan gegeven, het verdient aanbeveling om in het voorlich
tingsbeleid van de gemeente daar een keer per jaar de aandacht op te ves
tigen. Er komen ook nieuwe inwoners, wellicht in huizen die in aanmerking
komen om van deze regeling gebruik te maken. Dus het is goed om dat jaar
lijks opnieuw aan de orde te stellen. Het geld moet besteed worden waar
voor het bestemd is, nou dat doen we dus op deze wijze en ik dacht dat
de zaken die eerder genoemd zijn, de heer Huijpen herhaalt ze nog eens,
dat die allemaal in aanmerking kunnen komen voor een financiering of een
gedeeltelijke financiering vanuit dat prioriteitenfonds. Dat geldt ook
voor de doorbraak in de Fenkelstraat. Dat zijn zaken die vanuit het oude
Komplan, het vigerende Komplan, nog steeds hoog gehouden worden. We zijn
in voorbereiding, ook wat dat betreft in een vergevorderd stadium, met
betrekking tot een herziening van het Komplan. Daar zullen die doorbraken
wellicht in stand blijven, misschien anders worden, in ieder geval zullen
die ook moeten worden afgestemd op de struktuurschets die er inmiddels