-9-
dat is het Spui. Eerder is genoemd Spui-Noord/Centrum.
De heer VAN LEEUWAARDEN: Dat bleek uit het onderzoek.
De heer WIJNEN: Dat konkludeert u wel uit het onderzoek, maar in ieder
geval niet uit het preadvies, wat vorige keer ter inzage lag. Vorige keer
is het besluit genomen door de raad om, althans niet met instemming van
onze fraktie, om een tweede basisschool te vestigen op de plaats centrum
danwel Spui-Noord. Wij vonden toen dat het niet goed onderbouwd was. Met
dat besluit konden wij dus niet instemmen. Het is voor ons uit de stukken
die toen ter inzage lagen duidelijk geworden dat er geen behoefte was aan
extra kapaciteit. Wij stellen het op prijs om doelmatig om te gaan met
gemeenschapsvoorzieningen en ten aanzien van de huidige voorgestelde
plaats hebben wij bezwaren in die zin dat in het gebied reeds enkele scho
len staan, dus het gebied is al ruim bedeeld wat betreft de basisscholen
en in het gebied wordt ook niet verwacht dat daar extra woningbouw zal
gaan plaatsvinden waardoor de behoefte ter plekke zal toenemen. Bovendien
hebben we te maken met een gebied waar de bevolking al wat aan het ver
grijzen is, dus wat dat betreft denk ik dat daar meer een konkurrentie
optreedt met het bestaande onderwijs dan dat er nou een doelmatige extra
voorziening bij komt. Ten aanzien van het stuk verder zijn er uitgangspun
ten genoemd dat er kapaciteit moet worden voorzien voor de eerstkomende
vijftien jaar. Nou, ik heb dat nog niet aangetoond gezien. Door het de
nominatie-onderzoek waar steeds aan vastgehouden wordt hier bij de bepa
ling van de onderwijsbehoefte, daar hebben wij vorig jaar van gezegd dat
dat geen basis is voor het bepalen van de schoolbehoefteDaar kun je
nog heel veel kanten mee uit. Het gaat eigenlijk om de wezenlijke behoefte
die er in Oudenbosch is en die wordt dan opgehangen aan de telefonisch
vergaarde informatie bij ouders van 4-jarige leerlingen op de datum van
april 1987. Daaruit kan best een belangstelling blijken, maar die moet
je dan wel kruisen met andere faktoren die eveneens van invloed zijn op
de schoolkeuze en dat is naar onze mening onvoldoende gebeurd. Vandaar
dat wij ook niet instemmen met dit besluit, of niet kunnen instemmen met
het besluit van de vorige keer en evenmin met de lokatie zoals hier en
het ontwerp-besluit of zoals die genoemd zijn in de ontwerp-besluiten van
de tweede openbare basisschool te stichten, de omvang te bepalen op 4
groepen, het Groene Woud 2 daarvoor aan te wijzen en partiële aanpassing
van de gebouwen onder te brengen en voor 1992 over te gaan tot het in
stellen van een vijfde groep.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, mijn fraktie heeft met dit voorstel
eigenlijk maar een heel klein probleempje en dat kleine probleempje zit
hem in het feit dat de lokatie waar nu aan gedacht wordt, of beter gezegd
de huisvesting waar nu aan gedacht wordt, weliswaar op korte termijn vrij
komt, maar de mogelijkheid om die huisvesting te betrekken, dat daarover
nog niet onderhandeld is. Men is op de hoogte van het feit dat de lokatie
wellicht hiervoor te gebruiken is in de nabije toekomst, maar de onder
handelingen over het gebruik van die lokatie moeten nog plaatsvinden. Van
daar dat ik ervoor pleit, mijn fraktie ervoor pleit, om in de brief naar
de minister toe in elk geval niet meer te verwoorden dan dat wij in onder
handeling zijn of zullen gaan over het gaan gebruiken van deze voorzie
ning. Meer staat immers nog niet vast of kan er nog niet vast staan. Ik
heb in de vorige raadsvergadering bij toen het scholenplan aan de orde
was vastgesteld dat mijn fraktie de diskussie die we in ABZ hebben gevoerd
en die we niet één keer maar herhaaldelijk hebben gevoerd, in deze raad
ook hebben gevoerd, een klein beetje willen laten voor wat het was. Dat
wil ik eigenlijk ook nu wel doen, alhoewel ik dadelijk heel even terugkom
op wat de heer Wijnen heeft gezegd. Ik laat ook de bespiegelingen, zoals
die op pagina 4 bovenaan staan, laat ik eigenlijk op dit moment voor wat