-8-
nog eens herhalen en wellicht is er dan aanleiding daarover in diskussie
te treden, maar ik zou in dit geval voor willen stellen om de bestaande
situatie, die in feite het geval is, om die te kontinueren. Ook hier zul
len wij tot een schriftelijke stemming moeten overgaan.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, nog een vraag van mijn kant. Ik kan me niet
herinneren dat dit in ABZ is geweest en er is een afspraak om alle veror
deningen en wijzigingen via ABZ te laten lopen. Nu komen er een aantal
wijzigingen vanwege de Wet gemeenschappelijke regelingen. Ik zou er toch
eigenlijk voor willen pleiten om ze allemaal eventjes de kommissie te la
ten passeren. Ook al zijn de wijzigingen niet heel erg groot.
De VOORZITTER: Ja, u hebt gelijk als u zegt dat dat usance is. Ik moet
even kijken of dat in de tijd gezien, ja, voor 1 oktober, uiterlijk 1 ok
tober dus. Dat kunnen we niet uitstellen tot de volgende raad. Misschien
kunt u er mee leven dat we er in dit geval van afzien, maar vervolgens
naar aanleiding van uw opmerking de traditie in deze voortzetten.
Mag ik de heren Van Hoek en Van Dongen vragen zich opnieuw van hun taak
te kwijten.
De stemming heeft tot resultaat:
mr. P.J.J.M. Mangelmans: 13 stemmen.
Benoemd is derhalve de heer mr. P.J.J.M. Mangelmans.
De VOORZITTER: Ik kan op dit moment moeilijk vragen of hij zijn benoeming
aanvaardt, maar ik had vooraf al begrepen dat, mocht dat zo het geval zijn
dat hij daar geen problemen mee zou hebben.
11. Voorstel tot vaststelling van het huisvestingsoverzicht als bedoeld
in artikel 65 van de Wet op het basisonderwijs voor de jaren 1990 tot en
met 1992
De heer VAN LEEUWAARDEN: Ja, mijnheer de voorzitter, onze fraktie is blij
met het thans voorliggende voorstel, dat zult u begrijpen. Alleen naar
aanleiding van nog een aantal vragen. In het overzicht wat erbij zat
was een inventarisatie opgenomen van alle gebouwen die onder lokatie Groe
ne Woud 2 aanwezig zijn. Een aantal zijn daar goed van, een aantal zijn
in slechte bouwkundige staat. Mijn vraag is: Welk deel van de daar aanwe
zige bebouwing wordt voor het basisonderwijs bestemd en moet het ook niet
duidelijk in het besluit tot uitdrukking komen Verder zit in het pre
advies een opmerking over dat het ziekenhuisterrein, dat daar geen tweede
openbare school gevestigd zou kunnen worden. Mijn vraag is op grond waar
van dat niet kan. Uiteindelijk is dat terrein dichter bij het voedings-
gebied. Overigens vind ik zelf het Groene Woud een goed alternatief voor
het ziekenhuisterrein, daar niet van, maar toch rees de vraag van is het
niet nuttig om naar het ministerie toe aan te geven dat in principe het
Spui het voedingsgebied is, dus dat dat de eerstaangewezen plaats zou zijn
om daar een school te vestigen, maar dat we ook oog hebben voor de finan
ciële situatie en zeggen van binnen een 800 m is een geschikte lokatie
en daar zijn we dan ook erg tevreden mee. Maar als we zelf het Groene Woud
aanwijzen bestaat dan niet het gevaar dat we dan weer door het ministerie
naar De Bukehof worden verwezen en dan zijn we weer 2000 m van het voe
dingsgebied verwijderd. Dus vandaar de vraag van moeten we niet uitdrukke
lijk stellen dat is het voedingsgebied en het Groene Woud is wel een goede
lokatie ten opzichte van dat voedingsgebied.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Leeuwaarden die
noemt het eigenlijk al. Het voedingsgebied, dat heeft hij in gedachten,