-41- zijn, moeten bekijken afhankelijk van de positie die wij daarin innemen, of wij zelf van mening zijn dat dat nog wat extra ondersteuning zou ver dienen en als we dat vinden dan moeten we het in onze eigen voorlichtings- aktiviteiten meenemen. Met betrekking tot het voorstel van mevrouw Korpel. Ik heb dat bericht ook gelezen. Ik vond dat een ja, zinvolle gedachte. We hebben zelf een proef genomen met een mobiel milieu-inzameldepot. Dat was eenmalig. Het succes daarvan was toch best redelijk tot goed te noe men. Het probleem is natuurlijk dat je eigenlijk een systeem moet krijgen net als bij het inzamelen van glas, waar iedereen en dat zijn toch heel veel mensen die daaraan deelnemen, thuis iets hebben waarin dat glas ver zameld wordt. Dat is het probleem met dit soort chemisch afval, probleem- stoffen dat als je mensen in de gelegenheid stelt om dat ook tijdelijk thuis op te bergen dat je dan in ieder geval kunt voorkomen dat er veel verdwijnt in de huisvuilzak, zoals op dit moment ongetwijfeld het geval is. Misschien dat we, ja, we kunnen dat bespreken in de commissie openba re werken en ruimtelijke ordening. Ik zou er meer voor voelen om het voor stel heel nadrukkelijk ter kennis te brengen van het streekgewest, om te bezien of zij dat in hun plannen kunnen inpassen, danwel gemeenten kunnen aanbevelen dat aan te haken aan de plannen die het gewest coördineert en afhankelijk van de reaktie van het streekgewest daar al dan niet in de commissie op terug te komen. De VOORZITTER: Zou u de volgorde niet anders moeten doen, dat u eerst er hier duidelijk achter gaat staan en het dan aanbevelen bij het streekge west. Dan heeft het wat meer gezag. De heer VAN EIJKEREN: Dat kan ook, voorzitter. Een andere mogelijkheid is, ja ik weet niet of het een zo zware zaak is dat het in de commissie aan de orde moet komen of dat men zegt van nou, het is zo'n voor de hand liggende suggestie, we hebben daar geen moeite mee om dat namens de raad onder de aandacht van het streekgewest te brengen. De VOORZITTER: Ja, zullen we dat doen De heer HUIJPEN: Ik vind het een prima idee. De VOORZITTER: Akkoord. Dan vullen we dat aan met het in de vorm van een verzoek onder de aandacht van het streekgewest brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 20. Rondvraag De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, bij de benoeming van de nieuwe gemeentesecretaris op 24 mei j.l. heb ik in mijn betoog de stelling opge nomen dat de nieuwe secretaris hier een organisatie aan zou treffen die niet meer is wat hij geweest is. Het is mij ter ore gekomen dat deze stelling uitgelegd is als een beschuldiging aan het adres van de huidige secretaris. Ik zou er hier graag gebruik van willen maken om mij nadruk kelijk van zo'n uitleg te distantiëren. Mijn fraktie heeft in het verleden vaker gewezen op de achteruitgang van de organisatie van het secretarie- gebeuren hier, maar daarbij nooit, welbewust nooit, de beschuldigende vinger in de richting van de secretaris gelegd. Ik heb nu die opmerking in een openbare vergadering gemaakt is, deze misinterpretatielijkt het mij juist om in een openbare vergadering dat duidelijk te maken. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, kunt u nog iets melden met be trekking tot de rekening-achterstanden En de voortgang van de oplossing van die achterstanden

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 152