-39- dat we naar de coördinator toe heel duidelijk laten weten dat wij zeker die voorlichtingsprojekten nadrukkelijk onder de aandacht willen brengen. Dan nog even de vraag van de heer Van Hoek. Waarom nu die andere belang hebbenden nog niet Het is zo dat de Nederlandse Spoorwegen zich mis schien in deze sfeer wat moeilijk op gelijke voet verdragen als andere belanghebbenden, want het is niet in eerste instantie de schade waar de Nederlandse Spoorwegen mee te maken heeft, want dat zijn niet de schaden aan de gebouwen waarop ons eigen politie-apparaat mede toezicht heeft, maar het is eigenlijk meer het rijdend materieel waar de schade wordt toe gebracht en dan hebben de spoorwegen hun eigen ingang. Eerder wordt ge dacht aan en daar zijn de belangen ook heel erg groot, aan de schadever zekeraars. Die waren op zo korte termijn nog niet over de streep te krij gen en toch heeft men niet willen wachten met het opzetten van het projekt Je had nog een hele tijd kunnen blijven praten en dan ze dan kunnen inte resseren, maar dan hadden we tijd verloren en daarom is er gekozen voor een start waarbij de middelen dan komen van de zijde van de lokale over heden met name, maar de hoop is dat dat op termijn eigenlijk niet meer nodig is, omdat het via een soort zelf-financiering gerealiseerd gaat wor den of gecontinueerd kan worden waarbij wellicht ook de lokale overheden alle reden houden om een aandeel te hebben, maar waarbij dan aan de andere kant belanghebbenden als die verzekeraars dat voor hun rekening willen nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 18. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor gedeelten van het bestemmings plan "Het Spui" (Spuilaan 184) en het bestemmingsplan "Partiële herzie ning Albano, lob A" (Jaagpad 40) De heer VAN DONGEN: Ja, voorzitter, er is in het verleden een aantal malen gediskussieerd over het al of niet toelaten noem het maar aan huis gebon den beroepen en de criteria die daarvoor aangelegd zouden moeten worden. Dat heeft geresulteerd in de nota die hier wordt aangehaald, die we in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening vorig najaar bespro ken hebben, een bijzonder goede nota naar mijn oordeel, waarin een aantal normen min of meer vast werden gelegd, in ieder geval een aantal punten werden genoemd die een rol speelden in de beoordeling voor het al of niet toestemmen in dit soort aktiviteiten. Ik noem er een aantal, bedrijfs- of beroepsaktiviteiten zouden geen overlast voor de omgeving moeten ver oorzaken, de woonfunktie van de betrokken woning moest in overwegende mate aanwezig blijven, detailhandel zou niet of slechts in uitermate beperkte mate toegestaan mogen worden. Deze beide verzoeken betreffen naar ons idee situaties die zeker op termijn, als de aktiviteiten zich in positieve zin zouden ontwikkelingen, toch tot een aantal problemen zouden kunnen leiden die ook. in die nota worden genoemd. Ik noem maar wat, overlast voor de omgeving, zo'n hondentrimsalon ja, dan kun je misschien een overlast in de vorm van hondengeblaf krijgen, je zou kunnen denken aan een concentra tie van afvalstoffen rond de betrokken woning, want de beesten zitten na tuurlijk in hoge nood als ze daar een paar uur op de trimtafel hebben ge zeten en daar moet je voor uitkijken. Met betrekking tot het cateringbe drijf, ja, er is er een in Etten-Leur, in Leur met name is een dergelijke situatie De heer VAN EIJKERENVoorzitter, had de heer Van Dongen het niet in om gekeerde vorm kunnen doen De heer VAN DONGEN: Ja, het spijt me als ik de honger van de wethouder

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 150