-38-
doelstellingen Halt-projekt dat die mentaliteitsverandering een van de
strevens is die men dus wil realiseren, maar bij het funktioneren van het
Halt-projekt kom ik dat onderdeel eigenlijk niet meer tegen en het onder
zoek of het inzicht naar de oorzaak en achtergronden van vandalisme kom
ik bij het funktioneren van het projekt op zich niet tegen. Kunt u toch
enig licht op deze zaak laten schijnen, van hoe men met name dus dat in
zicht en die mentaliteitsverandering wil realiseren
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, het CDA is ook akkoord met het voorstel.
Ook in Oudenbosch hebben wij met vandalisme te maken. Op pagina 2 daar
wordt nog opgesomd dat na verloop van tijd kunnen en moeten ook andere
belanghebbenden participeren. Ik denk dat het ook van belang is waarom
dat dat nu nog niet gedaan wordt. Dat is misschien wel een vraag waard.
Waarom wordt nu al niet op grotere schaal aangepakt Ik denk onder an
dere aan het vandalisme bij de scholen en onder andere bij de Nederlandse
Spoorwegen is natuurlijk nogal wat vandalisme. Waarom worden die nu al
vast niet bij dit initiatief betrokken
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ook van onze fraktie, ik heb het al
eerder in de commissie gezegd, positief ten aanzien van dit voorstel. Ik
denk dat het een idee is wat inderdaad precies de kern van de zaak wil
raken en het doet mij deugd om te lezen op pagina 3 dat er elders inder
daad al zeer goede ervaringen mee op zijn gedaan. Het blijkt dat in het
Osdorp-projekt in Amsterdam tot min 25% vandalisme-aktiviteiten of -inci
denten konden worden geconstateerd. In dat kader, zou ik zeggen, lijkt
het een beetje op de aktie -25% vandalisme. Nou ik hoop van harte dat het
zal slagen.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, even het rijtje af en ik ben
de laatste. Ja, ik vind het een prima zaak, een prima voorstel en ik denk
dat het voorstel ook of dat in het voorstel ook duidelijk is weergegeven
wat de doelstellingen zijn. We kunnen ons daar in vinden en ik denk dat
ieder projekt dat wordt opgepakt om het vandalisme te bestrijden dat we
dat toe moeten juichen.
De VOORZITTER: Wat ik met name als een vraagstelling overgehouden heb bij
de heer Den Braber is zeg maar de bredere doelstelling van het projekt
en hoe die te realiseren. De bedoeling is, heb ik begrepen, dat de coördi
nator op zoek naar de doeleinden, nee op zoek naar de plaatsen waarop men
sen ingezet kunnen worden, want die moeten eigenlijk bij voorkeur niet
stigmatiserend werken naar degenen die het doen. Dat zal waarschijnlijk
ook de drempel heel laag kunnen houden, dat hij bij die gelegenheid duide
lijk alle gemeenten zal aandoen en daar ook contact zal leggen om te kij
ken in hoeverre de doelstelling van de op te richten stichting te reali
seren is. Ik denk dat het juist bij die gelegenheid ingebracht kan worden
dat die voorlichtingsprojekten en dan met name aan de scholen wat ons be
treft wat extra aandacht zouden verdienen. Overigens is het mij bekend
dat de politie in het laatste jaar regelmatig bij de scholen op bezoek
is geweest en daar de gelegenheid heeft gekregen, ingepast in de onderwijs
programma's van het jaar, om aandacht te besteden aan zaken die zij be
langrijk vinden en dan komt vandalisme eigenlijk als allereerste aan de
orde. Die mentaliteitsverandering is overigens voor een belangrijk gedeel
te zeker te realiseren met voorlichtingsprojekten. De verwachting is dat
als men gaat constateren dat het vandalisme qua omvang aanzienlijk terug
loopt dat dat zeker heel erg bevorderend kan werken, omdat je dan ook ziet
dat inspanningen van individuen dat die kunnen leiden tot verbetering van
de situatie. Ik denk dat het echt meetbaar heel moeilijk zal zijn, maar
toch in zijn totaliteit tot aardige indrukken kan leiden. Ik stel voor