-37- systeem. Met het vaststellen van de afvalstoffenverordening is er, met het invoeren van de afvalstoffenheffing is er gekozen voor het systeem dat eenieder huisvuil mag aanbieden in plastic zakken. Dat betekent dat als iemand dat niet doet in plastic zakken maar in een container dan maakt hij in feite gebruik van een andere regeling dan die die gebaseerd is op die afvalstoffenheffing en dat zijn de speciale regelingen zoals u die hierin aantreft. De regelingen waarbij ook inzameling door anderen ge schiedt. Maar dan wordt dus in feite het huisvuil meegegeven met bedrijfs afval en in sommige situaties is dat maar een heel geringe hoeveelheid, maar die is er dan toch aanwezig, en dan loopt het de weg van het be drijfsafval verder. Nou om duidelijk te maken dat we hier in zijn alge meenheid de aanpak van het huisvuil hebben, huishoudelijk afval hebben en daarvoor de oplossing van de plastic zak en de andere inzamelmethoden toch duidelijk onder een heel ander regime leven. Daarom is er voor geko zen hier uitsluitend die huisvuilzakken aan te houden voor de inzameling zoals bedoeld en die minicontainer en container niet meer te noemen, want die zitten in die bijzondere regelingen die u in die andere bepalingen aantreft. Bepalingen zoals bijvoorbeeld 136, 137, maar zo liggen er terug ook nog een aantal, 130, maar eigenlijk met name die latere. Daar vindt de afvalinzameling plaats in de vorm van containers en minicontainers want de wijze van inzamelen is een van de zaken die dan wordt geregeld in de vergunning die B W moet afgeven. De heer DEN BRABER: En de beschermende bepalingen die in de oude APV ston den over het vervoer van stinkende stoffen en ja, stinkende stoffen op de weg houden en zo opslag van afvalstoffen. Daarvoor is niks terug geko men, maar in het kader van de deregulering hoeft dat niet meer geregeld te worden De VOORZITTER: Nou, de exacte overweging daarbij ken ik niet, maar ik kan me best voorstellen dat we onderhand in een situatie zaten dat die oude APV zeker in de sfeer van het milieu, overlappingen vertoonde met de milieuwetgeving en om dan dubbelop de APV er nog bij te hebben. Ik denk niet dat dat erg noodzakelijk is. Concreet kan ik uw vraag overigens niet beantwoorden, maar we hebben over het algemeen toch de ervaring van de VNG uiterst minitieus met dit soort belangen omgaat en in zijn voorstel len daarvoor een verantwoorde formulering weet te vinden en het is in de voetsporen van de VNG dat we u de voorstellen doen zoals ze hier dan voor liggen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 17. Voorstel tot: a. deelname aan het Halt-projekt voor de regio Westelijk Noord-Brabant voor een periode van 2 jaar; b. het verlenen van een financiële bijdrage; c. continuering deelname na de experimentele periode van 2 jaar, indien evaluatie daartoe aanleiding geeft; d. wijziging van de gemeentebegroting 1988 De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, het verkiezingsprogramma van mijn fraktie voor de huidige raadsperiode bevat het voornemen dat gepoogd zal werden zo mogelijk daders in te schakelen bij het herstel van schade door vandalisme. U zult begrijpen dat wij dan ook zeer ingenomen zijn met dit projekt waaraan wij als Oudenbosch kunnen deelnemen. Evenwel, wij had den daar nog bij staan in onze voornemens dat via voorlichtingsprojekten, bijvoorbeeld op scholen, getracht zou worden een stukje mentaliteitsveran dering in de maatschappij teweeg te brengen. Nou zie ik hier staan bij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 148