-35- ook kunnen. Dus die flexibiliteit die heeft in het denken van de man vanaf het begin gezeten en heeft waarschijnlijk er ook toe geleid dat hij ook tot iets kreatiefs is kunnen komen. Maar het betekent niet dat het met het vastleggen in die struktuurschets allemaal ophoudt. Er zijn zaken die, zeker als het details betreft, die zich best lenen voor nadere vragen voor verzoeken tot nadere overweging. Dat is hier gebeurd. Tot slot wijst de heer Van Dongen mij op de notulen van de eerste vergadering van de commis sie stadsvernieuwing. Dat hoeft hij niet te doen. Ik ken ze niet helemaal van buiten, maar ik ben er toch wel aardig in, als ik dat zo zelf mag zeg gen. De correctie in de richting van de heer Wijnen, daarvoor wil ik de heer Van Dongen dan verwijzen naar eerdere notulen, dan kan hij zelf con stateren dat het van een oudere datum is, dus dat daar meer rechten lig gen, voor zover die diskussie interessant blijft, namelijk bij een eerdere begrotingsbehandeling is daar op aangedrongen. Voorzitter, daar wilde ik het maar bij laten. De VOORZITTER: Dank u zeer, wethouder. Mag ik concluderen, dat u als raad de struktuurschets wilt vaststellen als raamplan voor de stadsvernieuwing, waarbij we vaststellen dat er nog sprake is van een genuanceerdere opvat ting over de dependance. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 13. Planningslijsten nieuwbouw en verbetering 1989 tot en met 1993 De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, akkoord met de planningslijst in die zin dat we met betrekking tot het veilingterrein een voorbehoud zouden willen maken en dat heeft dan meer te maken met de woonbestemming dan met de vrije sektorwoningen die daar eventueel gerealiseerd zouden moeten kunnen worden. De VVD—fraktie heeft het idee dat de lokatie, het voormalig veilingterrein, dat die eventueel het beste geschikt gemaakt zou kunnen worden voor een kleinschalig kantorenpark. Het mes snijdt dan van verschillende kanten. Het accent ligt toch wel heel erg op woningbouw met betrekking tot diverse vrijkomende lokaties. Wanneer we in die rich ting zouden denken dan hoeven we minder voorzieningen te treffen in de sfeer van geluidshinder, om die op te heffen of te minimaliseren, waardoor toch ook een heleboel grond verloren gaat. Daarnaast zouden we de ekono- mische struktuur van de gemeente wat kunnen versterken en bovendien is het zo dat we meer dan voldoende lokaties hebben om te bouwen. We zouden de geplande vrije sektor voor het voormalige veilingterrein die zouden we over kunnen hevelen naar lob B en eventueel een deel van lob C. Met als direkt gevolg daar weer van dat we daarmee de renteverliezen op lob B en C een stukje zouden kunnen beperken, wat toch naar ons idee bijzonder welkom zou zijn. Ik reik het idee maar even aan, mijnheer de voorzitter, misschien is het de moeite van het onderzoeken waard. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, wij hebben gemeend met het opvoeren voor 1993 van een aantal woningen voor het voormalige veilingterrein, op deze wijze in ieder geval wat duidelijkheid te verschaffen naar de mensen die zich zo langzamerhand aan het vestigen zijn in het plan Labor. Ik denk dat dat maatschappelijk gezien een voorwaarde is. Dat is ons uitgangspunt geweest. Datzelfde uitgangspunt zou zich wellicht ook verdragen met de suggestie die de heer Huijpen doet. Hij geeft zelf ook al aan dat het hier niet de plaats is om daar op dit moment over te diskussiëren. Ik kan me ook niet in positieve of negatieve zin op dit moment uitspreken over deze suggestie, maar ik denk dat het in ieder geval de moeite waard is om daar nader naar te kijken. Mocht het zich als dat een geschikte lokatie zou zijn, het argument wat hij noemt met betrekking tot de geluidhinder is

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 146