-34- en Weerijs, daar heb ik geen deel aan. Ik heb nooit met die mensen gespro ken, ik heb daar nooit contact mee gehad, dus zover ben ik niet. De krant is kennelijk verder, maar ik hoor dat wel te zijner tijd. Ik d.iskussieer niet via de krant, maar het is boeiend. Ik heb gesproken met, maar dat heeft u ook in de krant kunnen lezen, hoewel er niet bijstond dat ik er mee gesproken had, maar dat was dan het gesprek wat wel maandag heeft plaatsgevonden met twee huisartsen die belangstelling hadden om daar hun praktijkruimte te vestigen. Ik denk dat dat binnen de voorgenomen bestem ming ook een uitstekende invulling zou kunnen zijn. Ik wil best de diskus- sie over de wenselijkheid van een maatschappelijke instelling als Mark en Weerijs op die lokatie op het moment dat het aan de orde is voeren. Ik kan me voorstellen dat u met die opmerking komt, maar ik denk ander zijds dat de bestemming bijzondere doeleinden die je legt op die kavel in het plan omdat een woonbestemming uitgesloten is in het kader van de wet geluidhinder, dat ja, je of die bestemming moet wijzigen in een zo enge bestemming dat er alleen dat kan wat je er ook wil. Niet meer en niet min der. Kies je voor de ruimere omschrijving zoals op dit moment is gebeurd, dan laat dat in principe natuurlijk ook een ruimer gebruik toe. Maar nog maals, ik wou het daarbij laten, want dat is verder vooruitlopen op iets waarvan ik geen kennis heb en waarvoor geen verzoek hier bij de gemeente is binnengekomen. De heer WIJNEN: Nou, mijn opmerking had meer betrekking op de richting waarin ons denken moest gaan dan in concreto de uitwerking. Dat heb ik ook in eerste instantie al gezegd. Kijk, als we daar van de schets afwij ken, dan moet dat gemotiveerd zijn. Wij moeten als we hier vanavond die schets als uitgangspunt accepteren, dan moeten we daar gewoon van uit blijven gaan. Als we daar iets anders mee gaan doen dan moeten er hele goede argumenten op tafel komen. Dan moet dat gemotiveerd zijn. Er moet heel wat gebeuren om daarvan af te gaan wijken en als wij dus en ik in terpreteer dat zo dat de dienstverlening, maatschappelijk en dienstverle ning die zoveel mogelijk in het centrum van de kom plaatsvindt dan moeten we die hier lokaliseren en dan moeten we tegengaan dat die elders komt, zoals we dat ook met de winkelaktiviteiten vroeger wel bepaald hebben. Dat is eigenlijk de strekking van mijn opmerking. De heer VAN EIJKERENJa, nou die strekking daar kan ik een heel eind in meegaan. Ik denk dat dat steeds het beleid is geweest om te streven naar een concentratie, niet alleen van winkels, maar ook van maatschappelijke dienstverlening in de kern van de gemeente. Het ligt er maar aan hoe ruim je die kern wilt zien. Toch stel ik voor om die diskussie te voeren op het moment dat er concrete aanvragen liggen. Overigens is het noordelijk gedeelte van het plan Sancta Maria is vanaf het begin uitgangspunt ge weest van Hoogenberk akkoord geweest. Hij heeft zich met de meest noorde lijke vrije sektorkavels en de kantoorkavel vanaf het begin verenigd. Hij heeft dat verder ook buiten zijn schets van de rest van het plan Sancta Maria gelaten. Dus dat is in harmonie met zijn visie ten aanzien van het overige gedeelte van Sancta Maria. Voorzitter, ik bespeur bij de heer Van Dongen de bereidheid om op grond van de nieuwe argumenten van Hoogenberk ten aanzien van de dependance nog eens op te studeren en de bereidheid om dat binnen de fraktie van de VVD nog eens aan de orde te stellen. Ik neem aan dat dat betekent dat we wellicht op 12 september in de commissie daar van zijn kant wat meer definitieve duidelijkheid over zullen krijgen. De vrees dat Hoogenberk tot heel andere conclusies komt, ik denk dat die niet terecht is. In de hele aanloop tot de struktuurschets was het toch uitermate boeiend om Hoogenberk eigenlijk voortdurend hardop te horen den ken en dat betekende dat er ideeën waren, dat ideeën nog eens overdacht werden, nog eens van een andere kant v/erden bekeken van God, zo zou het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1988 | | pagina 145