-25-
in dit. plan dat die steeds overeind is gehouden. Bijvoorbeeld inderdaad
die dependance, dat schoolgebouwtje aan te halen. Ik denk als je dat op
de keper beschouwt in het totale plan, de visie die de heer Hoogenberk
heeft, dat dat nou bepaald niet een essentie is uit het plan. Zeker ook
niet in het onderdeel Sancta Maria. Ik kijk er althans zo tegenaan.
De heer WIJNEN: Gelooft u dan wel in de heer Hoogenberk, alleen als het
goed uitkomt
De heer VAN OOSTERHOUT: Ik geloof van de heer Hoogenberk niet telkens als
het hem goed uitkomt en hij een min verkondigt. Ik heb gelezen wat hij
hier heeft geschreven, ik heb ook gehoord wat hij heeft gezegd over dat
gebouwtje bij de informatie, bij de dia-serie. Ik heb ook kennis kunnen
nemen van datgene wat hij de wethouder heeft toegefluisterd. Ik moet u
er op wijzen en dat was u het met mij eens, in ieder geval wij waren het
met elkaar eens, toen duidelijk werd dat als deze plannen inderdaad goed
zouden vallen en ze vallen links en rechts goed, dat we dan ook mijnheer
Hoogenberk steeds zouden betrekken bij de advisering. Dat is met name ook
vanuit mijn fraktie gezegd hoor, als we nou dingen gaan doen moeten we
eigenlijk zodra we daar enigszins twijfel over hebben, mijnheer Hoogenberk
vragen van vindt u nou zelf dat het past binnen uw plannen. Nou als ik
dan zeg of als de wethouder zegt naar de heer Hoogenberk toe van luister
eens, we zitten eigenlijk met dit probleem, hoe kijkt u daar nou tegenaan,
kies nou eens, nu kunt u niet even het raamplan vrijblijvend hanteren,
nu moet u eigenlijk binnen het raamplan op dit detail bezien of het past
in het totaal en hij geeft daar dan een oordeel over, dan hecht ik daar
aan. Dan is het niet zomaar omdat het me te pas en te onpas goed uitkomt.
Dan hecht ik daaraan. Bovendien heb ik daar ook zelf een visie over. Op
elk onderdeel en op elke letter die hier instaat is het natuurlijk zo dat
wij of dat ik het in elk geval even hartgrondig eens ben met de heer
Hoogenberk als ik het met de algemene lijn eens ben, maar dat is ook de
bedoeling van de heer Hoogenberk niet. Dat is ook de bedoeling van vana
vond. Vanavond stellen we een raamplan vast en daarbinnen past nog best
een invulling, want dat is namelijk de bedoeling van het raamplan, waarbij
wij zelf ook een inbreng mogen hebben. Het is niet alleen zo dat ik mijn
oren moet laten hangen naar de heer Hoogenberk. Wat ik hier in dit plan
heb gezien, daarvan zeg ik dat maakt op mij zo de indruk dat ik dat in
ieder geval van hem geloof en dat ik aan dit plan ook de waarde hecht die
ik daar daarstraks aan heb gehecht en ik hecht ook waarde aan het oordeel
wat hij de wethouder heeft gegeven met betrekking tot dat schoolgebouwtje
dus ik denk ook dat de wethouder met betrekking tot de vraag die hij maan
dag heeft gesteld in de commissie openbare werken, hoe onze fraktie denkt
over het handhaven danwel het amoveren van dat schoolgebouwt je in het to
tale plan, dat ik daar kortweg kan zeggen ik zie daar zelfs, mijn fraktie
ziet daar geen essentie in. Stedebouwkundig vinden we het geen hoogstandje
in tegenstelling tot de andere gebouwen die er staan, exclusief dan de
nieuwe kapel en bepaald geen kwaliteitsverlies zou ik zeggen als je het
plan bekijkt zonder die dependance, maar gewoon met twee vrijstaande ka
vels of het doortrekken van twee-onder-een-kap-woningen. Nou, ik denk,
voorzitter, dat met betrekking tot dat onderdeel mijn betoog beëindigd
kan worden. Ik heb nog wel een opmerking die hier nog wel aan vastgeknoopt
moet worden naar mijn gevoel. Als in het verlengde van de struktuurschets
waarin een aantal plangebieden met betrekking tot de stadsvernieuwing zijn
vastgelegd en waarvan ik heb laten weten dat wij het daar hartgrondig
mee eens zijn, komt de vraag naar voren wat gaan wij doen met lob C van
Albano. Nou ik heb die vraag in de commissie voorgelegd. Ik vind namelijk
dat wij ons daar drastisch op moeten bezinnen en ik vind eigenlijk dat
we daar ook niet al te lang mee moeten wachten, want voorraden kosten geld