-19-
fraktie tot de conclusie dat wij tegen het voorstel zijn en dat we ons
voorstel in eerste termijn zullen handhaven om de tarieven voor de gemeen
telijke sportakkommodaties met 1% te verhogen en wij zouden dat ook graag
in stemming gebracht willen zien.
De heer VAN OVERVELD: De suggestie van ONS om de tarieven niet jaarlijks
meer ter diskussie te stellen is strijdig met het raadsbesluit wat ook
de heer Huijpen boven tafel haalt, namelijk dat jaarlijks de tarieven zul
len worden voorgelegd. Dus dat strijdt een beetje met elkaar. Ja, ik be
grijp ook wel dat als je een bestaand beleid hebt en je hebt afspraken
gemaakt om tot 1990/1991 op een bepaalde wijze te werk te gaan dat het
dan aan de andere kant niet erg zinnig is om mensen te vragen of dat wel
een goede zaak is ja dan nee. Als daar dan nog bijkomt dat je niet over
laten we zeggen cijfermatig dermate gunstige berichten beschikt dat je
zegt van nou dit is helemaal niet nodig of dit is niet gezond of dit
schaadt de sport of weet ik wat voor argumenten je kunt hebben, als die
er niet zijn dan is er des te minder reden om erover te gaan praten elk
jaar. Het is in dat kader toch een beetje hinken op twee benen om aan de
ene kant te zeggen wij stellen het elk jaar aan de orde, aan de andere
kant te zeggen van tot 1990 doen we het in ieder geval op deze wijze. Maar
goed, we zullen er mee moeten leven. De termijn van bijeenkomen van de
adviesraad voor de sport. Wij hebben de afspraak gemaakt dat wij zo snel
mogelijk na de vakantie weer bij elkaar komen. De bijeenkomst zal niet
beperkt blijven tot één keer per jaar. Dat is inderdaad niet zinvol. Een
voorstel om de tarieven te verlagen, daar heb ik helemaal geen aanleiding
toe. Gegevens die daartoe aanleiding zouden kunnen geven heb ik niet, dus
kom ik ook niet met een voorstel daartoe. Ik denk dat het niet gezond is
om dat in 1988 zonder meer te doen als je niet over hele goede informatie
beschikt. Ja, de opmerking van de heer Huijpen, ja, daar kan ik denk ik
mee volstaan door te zeggen die neem ik voor kennisgeving aan. Ik ben het
niet eens met hetgeen de VVD daar stelt met betrekking tot de verhoging
met 1%, maar dat is duidelijk denk ik.
De VOORZITTER: Goed, er is een voorstel van de VVD-fraktie. Het zou prak
tisch zijn als we kunnen vaststellen, mijnheer Huijpen, dat de fraktie
van de VVD wellicht de steun krijgend van één fraktie in de raad, dat
voorstel heeft gedaan of wilt u het in stemming gebracht zien
De heer HUIJPEN: Ik wil het in ieder geval in stemming hebben.
De VOORZITTER: De loting wijst aan dat de heer Den Braber (nr. 5 van de
presentielijst) als eerste stemt.
Aan de orde is het voorstel om de tarieven slechts met 1% te verhogen.
De stemming heeft tot resultaat:
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Den Braber, Van Eijkeren, Van
Overveld, Van Oosterhout, Du Pont, Koch, Wijnen, De Raaa-DilleropVan
Hoek, Van Leeuwaarden en Korpel-Schipper
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van Dongen en Huijpen.
Genoemd voorstel is derhalve met 2 stemmen vcor en 11 stemmen tegen ver
worpen.
De VOORZITTER: Mag ik dan aannemen dat u dan het voorstel zoals het voor
ligt met die wijziging dat het voor de verenigingen die binnen die harmo
nisatie-aanpak vallen dat u daarvoor de stijging van de overheidstarieven
van 1% voor dit nieuwe jaar niet in rekening brengt, met die wijziging
het voorstel zoals het voorligt, overneemt.
De heer VAN DONGEN: Wilt u aan het CDA vragen of ze daar voor zijn
De heer VAN HOEK: Wij zijn tegen de verhoging. Wij willen geen verhoging.