-18-
zoals dat en dat is ook daarstraks nog even aan de orde geweest, nu weer
naar de adviesraad is geweest, dat het voorstel daar al is geweest. Dat
systeem ligt daar. Ik zou de wethouder er op willen wijzen dat het wel
licht niet ieder jaar terug hoeft, want het is gewoon bestaand beleid.
Het systeem is afgesproken, dat is een kwestie van jaarlijkse vaststel
ling. Op het moment dat er verandering moet komen in het beleid dan denk
ik dat de wethouder in het vervolg ook misschien met die sportraad erover
moet spreken. Misschien is dat ook nog een idee met betrekking tot het
vervolg voor de komende jaren. Ik wil dat als aanvulling meegeven.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik wil de wethouder bedanken voor de
uitvoerige beantwoording in eerste termijn. Ik zou wel graag willen weten,
ik begrijp dat hij de sportadviesraad bij een hoop zaken in gaat schake
len. Ook ten aanzien van de ontwikkeling van de ledenaantallen, de ontwik
keling van de contributies, de tarifering etc. Dan zouden wij wel graag
willen weten op we]ke termijn dat gebeurt. Het is toch niet zo dat dat
volgend jaar, wanneer de tarieven weer aan de orde zijn, dat we dan weer
geconfronteerd worden met het feit dat de adviesraad niet voldoende tijd
heeft gehad om de zaak voor te bereiden. Dus ik denk wel dat dat op korte
termijn moet gebeuren. Wat de 10% betreft hebben wij er toch grote be
zwaren tegen omdat ja, er wordt nu wel gezegd we hebben twee sporen, name
lijk het harmonisatiespocr en het bezuinigingsspoormaar het is natuur
lijk niet zo dat harmoniseren alleen maar inhoudt de tarieven verhogen.
Je zou natuurlijk ook tarieven kunnen verlagen wanneer er daartoe aanlei
ding is. Dat kun je op hetzelfde niveau en dat dan het tennispark al jaren
op dat hogere niveau zit, wat wij met ons harmonisatiesysteem willen be
reiken, dan kunnen we dat natuurlijk ook bereiken door de andere tarie
ven te verhogen, maar dan het tennispark te verlagen. Dat blijkt gewoon
uit de cijfers van de rekeningen. We zitten nog steeds met overschotten,
zoals de heer Huijpen terecht heeft opgemerkt en ik denk dat we daar ook
naar moeten kijken. Dus onze fraktie blijft toch tegen die verhoging van
10%. Wij moeten eerst een duidelijke kijk op de zaak krijgen. Er moet een
evaluatie komen van de rekeningen van de afgelopen jaren, voordat wij ver
der gaan op dit spoor. Dit was mijn tweede termijn, voorzitter.
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Laat ik beginnen met
de reaktie van de wethouder op de sportadviesraad. De wethouder belooft
beterschap en daar nemen we met erkentelijkheid kennis van. Daarnaast is
het zo dat in de raadsvergadering van 23 mei 1985 het college als volgt
gereageerd heeft met betrekking tot het gestalte geven van bezuinigen en
ik citeer: "Uiteraard zullen bezuinigingen zoals hiervoor zijn aangegeven
kritisch gevolgd moeten worden. Van jaar tot jaar zullen de bedragen vast
gesteld dienen te worden. Wel dient het gekozen systeem gehandhaafd te
blijven." Dat koppel ik vast aan hetgeen ik in de eerste termijn gezegd
heb met betrekking tot de jaarlijkse evaluatie. Dat is een afspraak die
gemaakt is in de bezuinigingswerkgroep. Dat is niet gebeurd. Wij betreuren
dat. Met betrekking tot die harmonisatie zou ik het volgende op willen
merken. Wij hebben daar niet over gesproken om aan te geven dat we met
het harmoniserende deel dat we daar geen problemen mee hebben. Daar staan
we helemaal achter, maar ik denk dat op dit moment de onderbouwing ont
breekt om een stuk bezuiniging gestalte te geven of om de sport extra mid
delen te laten ophoesten. Ja, wat dan ook met de regelmaat terugkomt van
uit het college dat is bestaand beleid. Ik meende de voorlaatste raadsver
gadering de heer Van Oosterhout te horen zeggen van dat hij van de heer
Huijpen met betrekking tot een aantal zaken een flexibele opstelling ver
wachtte. Nou, ik denk dat de raad dat ook zeker van het college zou mogen
verwachten. Al met al, mijnheer de voorzitter, resumerend komt de WD-