-3-
over verschillen v/ij op dit moment denk ik gewoon van mening. De argumen
ten die ik aangeef, daarvan zegt u dat u die onvoldoende vindt. Ja, dat
constateer ik dan. Ik kan daar weinig tegen doen. Ik zou hooguit kunnen
zeggen, afgelopen week heb ik hierover overleg gevoerd met de Stichting
Vluchtelingenhulp Nederland, althans de Oudenbossche afdeling daarvan en
zij zeggen erg verheugd te zijn met de voorgenomen plannen van het colle
ge. Dat neemt niet weg dat misschien op langere termijn het toch bespreek
baar moet zijn om wanneer dit eenmaal is gerealiseerd en we kunnen nagaan
welke verlangens er in den lande nog liggen, wat er inmiddels in de regio
op dat gebied is gebeurd, om op termijn daar nog eens een keer over van
gedachten te wisselen. Alsnog voorlopig nog te streven naar 1 promille.
De heer VAN LEEUWAARDEN: Ja, voorzitter, in de welzijnscommissie is ook
nog het argument genoemd dat er al zo weinig woningen beschikbaar zouden
komen in de komende jaren, maar gelukkig hebben we een extra contingent
toegewezen gekregen. Dus dat argument heeft wat van zijn kracht verloren
denk ik Ja, mijnheer Van Overveld zegt op termijn kunnen we wel eens
kijken. Die 3 promille is ook een uitvoering op termijn. Het is niet zo
dat als je vandaag tegen WVC zegt van nou we zijn bereid 3 promille op
te nemen, dat ze dan morgen op de stoep staan. Ook het ministerie gaat
er van uit dat, ze stromen geleidelijk binnen en in drie jaar tijd groei
je dan naar die 3 promille toe. Dus nu ja daarop zeggen betekent dat je
al gefaseerd daaraan tegemoet moet komen. Maar goed, dat wordt een herha
ling denk ik. Nog eventjes over u zegt de Stichting Vluchtelingenwerk is
akkoord met of is erg blij met deze 1 promille. Ik denk dat u dan niet
gesproken heeft met het bestuur van die stichting, maar met een bestuurs
lid van die stichting, want ik heb andere geluiden uit datzelfde bestuur,
maar waarschijnlijk een ander bestuurslid, Ja, maar als u zegt het bestuur
van de stichting is daar erg blij mee, dan moet u dat nuanceren en zeggen
dat is dan een bestuurslid geweest waarschijnlijk en die heeft, vrees ik,
niet namens het bestuur gesproken.
De heer DEN BRABER: Mag ik een aanvullende vraag stellen, naar aanleiding
van het antwoord van de wethouder in eerste termijn. Hij zegt te zijner
tijd of op termijn kunnen wij daar wellicht opnieuw over spreken. Zou de
wethouder eens willen proberen om dat eens nader te concretiseren in welke
termijnen hij dan denkt.
De heer VAN OVERVELD: Nou, om op de laatste vraag het eerste in te gaan.
Op het moment dat wij de 1 promille echt gerealiseerd hebben. Als ik kijk
naar de achterliggende periode en zie hoe moeizaam het in de praktijk
blijkt om van twee woningen die thans beschikbaar zijn te komen tot het
beschikbaar kri jgen van 4 woningen, dan vind ik het denk ik praktischer
en realistischer oni eerst te proberen deze stap te zetten, vervolgens na
te gaan hoe de situatie op dat moment is, ook met betrekking tot datgene
wat wij vanuit het Oudenbossche aan deze mensen aan opvang en dergelijke
kunnen bieden, want ook daar moeten we niet aan voorbij gaan natuurlijk.
We zijn er niet alleen met het beschikbaar stellen van woningen. Het lijkt
me op het moment dat dit gerealiseerd is en we een soort evaluatie kunnen
maken dat we op dat moment naar aanleiding van die evaluatie met elkaar
aan tafel kunnen gaan zitten om te kijken of wij besluiten om het te hand
haven danwel uit te breiden naar een hoger promillage.
De heer DEN BRABER: Schat u eens in wanneer dat ongeveer zou kunnen zijn.
De heer VAN OVERVELD: Ja, dat heb ik net aangegeven dat dat in de praktijk
is gebleken dat dat heel moeilijk is gebleken de afgelopen periode. Ik
hoop wel die komende twee woningen sneller beschikbaar te krijgen dan tot
nu toe is gelukt. Maar ik kan zeggen dat zal wellicht een jaar duren.