-3- woningen, maar in die B-B-B-regeling en wat het Vluchtelingenwerk Nederland nu vraagt is, om dat te doorbreken en voor een huisvesting te zorgen door toewijzing van reguliere woningen. Dan doorbreek je het beleid van de minis ter van WVC. Het kan best zijn dat dat gewenst is, maar dat is een zaak van de Tweede Kamer en wij hebben in het verleden het standpunt ingenomen dat wij ons willen opstellen achter bepaalde verzoeken, als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ons laat weten dat het gewenst is om ons daar als collectief inderdaad ons achter op te stellen. De heer VAN LEEUWAARDEN: Er wordt toch alleen maar gevraagd of de gemeente eventueel bereid is om woningen toe te wijzen De VOORZITTER: Ja, maar dat is het doorbreken van het beleid hè. De heer VAN LEEUWAARDEN: Ja, wellicht, maar we hadden toch het voorstel wil len doen om, ja, u geeft het ook zelf aan hè. U zegt laten we afwachten of dat de VNG een standpunt inneemt. Op dit moment vraag ik niet meer dan na de VNG of er een standpunt in deze komt en zo ja, dan wordt dat standpunt dus kenbaar gemaakt. Zo niet, dan kan dat eventueel op de agenda terugkomen en dan zien we op dat moment wat we er dan mee doen. De VOORZITTER: Ja, maar het voorstel was om een eventuele reaktie af te wachten en zo niet De heer DEN BRABER: Dat is erg passief natuurlijk. De VOORZITTER: Ja, en zo niet, in de lijn van de afspraken die daar in het verleden over waren, de zaak te laten op het bestuurlijk niveau waar het thuishoort en er geen nadere adhesie aan te geven. De heer DEN BRABER: Nou, de heer Van Leeuwaarden heeft al gezegd wat ik wilde vertellen. Het is om het voorstel van B. en W. om te draaien van passief naar aktief en aan de VNG te vragen of zij een reaktie opstellen en afhankelijk daarvan het stuk hier terug te krijgen. Kijk, er staat nu we wachten af of de VNG met een standpunt komt. Ja, dan kunnen we misschien wachten tot St. Juttemis, de VNG zou best van plan kunnen zijn om niet te reageren. Dat weten we niet. Ik stel voor, mijn fraktie stelt voor om aktief aan de VNG te vragen of in deze een standpunt van hen te verwachten is. De VOORZITTER: Ja, dat is prima. Tot daar denk ik dat het geen enkel pro bleem hoeft te zijn, maar willen wij het zuiver houden en willen wij in de gemeente ons beperken tot het besturen van een gemeente en het doen van de zaken die van belang zijn in het kader van onze taak, dan denk ik dat het verstandig is dat we de oude afspraak in stand houden, dat we niet hier dis- kussies gaan houden over zaken die op een ander niveau bediskussieerd moe ten worden. Dus ik heb er geen enkel probleem mee te zeggen akkoord, we zul len informeren bij de VNG, maar dan zouden we daar de afspraak aan moeten koppelen als de VNG de urgentie er niet van in ziet, of de noodzaak er niet van in ziet, dan nemen we het impliciet nu voor kennisgeving aan en dan komt het niet terug en vindt de VNG het van belang wel een standpunt in te nemen dan komen we met het advies van de VNG terug. De heer DEN BRABER: Ja, nu betrekt u de inhoud van het stuk er wel bij. Het gaat ons min of meer alleen maar om die zaak niet te laten slepen en er dus bij de VNG op aan te dringen op het kenbaar maken van het feit dat we wel een standpunt willen hebben in deze. Ja, als wij uw voorstel zouden volgen, dan zouden we ons eigenlijk impliciet neerleggen bij het standpunt van de VNG en dat hoeft natuurlijk niet de mening van deze raad te zijn. De VOORZITTER: Nee, maar de afspraak die er was, was wij houden ons bestuur lijk bezig met zaken die ons als gemeenteraad aangaan. Daarbij laten we ons

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 98