-17- maar toen hadden we het nog niet over een kunstgrasveld. Toen ging het nog om een anderssoortige akkommodatievan natuurgrasvelden. Een heel ander idee. Pas vorig najaar is in oktober is in sportraad daarover een advies gegeven van ga kijken of het mogelijk is om die kunstgrasakkommoda- tie te realiseren. Veel gegevens, veel cijfers, de heer Den Braber die niet in de sportraad vertegenwoordigd is, en ook het verslag niet heeft gelezen. U heeft daar inderdaad een handicap mee. Ik denk dat ook anderen door die veelheid nog wel een keer goed hebben moeten kijken. Ook ikzelf moet daar mijn uiterste best voor doen en de vragen die u dan ook stelt, van hoe komen we nu binnen 2 adviesnota's van een bedrag van 125.000, naar 27.000, Ik kan u dat niet precies voorrekenen. Ik weet wel waar de oorzaak in zit. De oorzaak zit in het feit dat op een bepaald moment, nog niet zo heel lang geleden, alle offertes nog eens een keer vergelijk baar zijn gemaakt en vervolgens loop je dan tegen een aantal verschillen aan, die moeten gelijk getrokken worden. Dat betekent dat je daar waar in de offertes totaalbedragen worden genoemd, dat je die moet gaan op splitsen en ik realiseer me dat dat niet altijd eenvoudig is en ik kan me voorstellen dat wat dat betreft u van mij mag aannemen en wilt aannemen dat de prijzen die hier genoemd zijn, gebaseerd zijn op de offertes en dat ik op dit moment dat u me wilt excuseren dat ik niet kan aangeven hoe dat nou in de ene en de andere adviesnota tot stand is gekomen. De VOORZITTER: Wethouder, misschien kan ik daarbij helpen. Is het niet zo dat wij aanvankelijk gezegd hebben de basis voor die kunstgrasmat moet om vergelijkbare offertes te hebben bij allen dezelfde zijn. Heidemij zegt wij brengen een kunstgrasveld wat op onze door ons zelf ontwikkelde onder grond aanzienlijk goedkoper is en daardoor is het bedrag veel lager dan in eerste instantie, want nu zit er die lava niet in, maar nu zit er dat eigen zandmengsel in. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, maar dat begrijp ik wel, voorzitter, maar de vraag van de heer Den Braber zoals ik die begreep ging met name over het grondwerk. De VOORZITTER: Ja, maar dat is dit. De heer DEN BRABER: Ja, hoe komen we nou van 135.000,op 1 april naar 27.000,-- nu De VOORZITTER: Ja, die 135.000,dat was inclusief lava-ondergrond, die ze best wilden doen als wij daar op stonden, maar zij zeggen wij heb ben een andere ontwikkeld, waardoor kunstgras goedkoper kan worden en dat is een eigen ontwikkeld zandmengsel. Maar dat kost aanzienlijk minder en dan komen we op die 35.000,en dan is er nog aan toe gerekend de be sparing die in dat grondwerk wordt gerealiseerd doordat de grond die afge graven wordt een waarde heeft. De heer VAN OOSTERHOUT: Dat is helemaal correct. Ik ben in de war gebracht door het feit dat het ging om een bedrag van 150.000, 135.000, en 27.000, zoals het in het voorstel staat en ik weet dat er wat dat betreft wel eens een keer versproken is, maar tot op het laatste moment zijn er wijzigingen gekomen in de cijfers, zijn er nadere offertes gekomen en is ook als gevolg van het vergelijkbaar maken een wijziging in de cij feropstelling aan de orde geweest. Dus wat dat betreft moet u aannemen dat deze cijferopstelling, zoals die hier nu ligt, het laatste gedane bod is, dit het laagste bod is, waarbij inderdaad op het allerlaatste moment nog even voordat de sportraad bijeen kwam er nog een bedrag in mindering is gebracht op de investering waar wij 's middags nog mee gerekend hadden. Zo ontstaat de situatie dat de cijfers die vorige week ter inzage lagen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 71