-12- dichting in het uitbreidingsplan Albano, daar een minder aantrekkelijke ruimtelijke omgeving konden creëren voor de vrije sector, waardoor de vrije sectorbouw binnen onze gemeente in een wat moeilijk parket gedron gen werd, bood deze lokatie daarvoor een alternatieve oplossing. Daarvoor hebben we gekozen. We hebben dat plan uitvoerig in samenspraak met de commissie ontwikkeld en ik mag tot tevredenheid constateren dat in ieder geval elke fraktie uitspreekt dat, zowel in de commissie uitgesproken heeft, alsook nu laat doorschemeren in de reaktie op deze bezwaren, dat het een plan is wat de moeite waard is en wat op die lokatie een goed al ternatief voor de oorspronkelijke bedoelingen vormt. Hier wou ik het bij laten. De VOORZITTER: Wethouder, mijnheer Rennings die suggereerde verder aan het einde van zijn betoog, dat hij het eigenlijk jammer vond dat we niet in de vorm van een verklaring naar betrokkenen wat duidelijkheid is ge schapen. Is wat dat betreft misschien alsnog iets te doen. De heer VAN EIJKEREN: Voorzitter, ik heb in de afgelopen 4 jaar ik meen met niemand een gesprek geweigerd. Dus als daarin een gelegenheid ligt om die zaken nog eens en petit comité uit te leggen en door te spreken, ben ik daar beslist toe bereid. De heer HUIJPEN: Ik heb nog een vraag, mijnheer de voorzitter, de wethou der die antwoord met betrekking tot de geluidshinder dat de voorgestelde maatregelen bij de provincie in goede aarde zijn gevallen. Bedoeld u daar hetzelfde mee of betekent dat hetzelfde als afdoende geregeld De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik denk dat de wethouder goed aanvoelt waar ons probleem zit. Toch is het niet zo dat wij dat vinden, omdat wij in die periode ook bestuurlijke verantwoordelijkheid droegen. Waar het toch vooral om gaat en dat is een kwestie van inschatten, wat je in een korte of een lange periode vindt. Wij kunnen ons goed voorstellen en wij weten, gelet op de reakties die wij de afgelopen week hebben ontvangen, hoe breed dat toch ook in de samenleving leeft. Dat het niet alleen een kwestie is van rationeel handelen. Nogmaals, daar hoef ik niets aan toe te doen, dat heb ik in eerste termijn al gezegd, de intenties destijds van de raad waren zuiver met de bedoeling om die gronden ergens voor te werven. Ik denk dat een van de punten is dat onze fraktie eigenlijk van oordeel is dat we niet alle andere motieven binnen de bestemmingsmogelijk heden van destijds hebben nagegaan. Dat naar ons oordeel wat te vroeg is overgestapt op woningbouw met onder andere deze effecten. Maar wij zijn realist genoeg dat je in 1986 niet dingen kunt verstellen die in 1983 in gang gezet zijn. Ik kan me vinden in het uitleg geven, mits het college daartoe het initiatief neemt. Ik denk dat het zo moet zijn dat na ons nadrukkelijk verzoek hier, dat dat van betrokkenen het initiatief moet uitgaan. Ik denk dat het initiatief van de zijde van het gemeentebestuur moet uitgaan. Ons verder realiserend dat het de bezwaarschriften op juri dische en inhoudelijke gronden moeten worden verworven en met onze anders luidende beslissing of andersluidend oordeel vandaag de zaken nooit en te nimmer kunnen keren, dat wij gegeven die toezegging van het college mits u daartoe het initiatief neemt, onze steun niet aan het voorstel zul len onthouden. Dat neemt niet weg dat we er niet gelukkig mee zijn. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het gesprek zoals de heer Rennings voorstelt dat lijkt me gezien er voorgevallen is in de afgelopen 10 jaar met betrekking tot dit perceel een mogelijkheid om enige verkla ring te geven over de gang van zaken, waarbij het ene ten opzichte van het andere afgewogen kan worden. Zijn opvatting over het te snel overgaan

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 66