-7-
toelicht. De bedoeling is om te komen tot via het op enigerlei wijze be
trekken van middelen mogelijk door verhuur van ruimten die onderdeel zal
zijn van het huurcontract, mogelijk ook door een bijdrage uit de barex-
ploitatie voorzover dat daarvan sprake kan zijn. Ik spreek beslist niet
over grote bedragen, vanuit gebruikersgroepen waar de heer Den Braber over
spreekt en dan in het licht van de cijfers zoals die voor 1986 er uit zul
len gaan zien, nog eens voor 1987 te bekijken hoever dat we daarmee komen,
maar dat wij in eerste instantie zeggen, van laten we nu ons eens richten
en proberen naar die 37.510,toe te redeneren, want dat was ons voor
nemen. Wel, voorzitter, ik denk dat ik daarmee in eerste instantie alle
vragen en opmerkingen met betrekking tot de afschrijving en in tweede
instantie de opmerkingen met betrekking tot de subsidie in de komende ja
ren heb doorgenomen.
De VOORZITTER: Ja, mevrouw De Raad stelde een tweetal vragen die een beet
je refereerden aan de discussie in de commissie. Ik weet niet of ze nu
de indruk heeft dat ze beantwoord is.
Ja Akkoord.
De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter, het is niet mijn bedoe
ling, of de bedoeling van mijn fraktie om de deuren wagenwijd open te zet
ten voor deze stichting. Zeker niet. Vooralsnog willen wij die 37.500,
als taakstellend voor 1987 boven tafel houden en mede in dat licht ook,
ik heb dat in eerste termijn ook al gezegd, is het niet verstandig om die
investeringslasten nu mee te nemen als subsidie, want als daar die
5.000,ook onder gebracht moeten worden dan blijft er nog maar
32.000,over als besteedbaar budget voor de andere uitgavenposten en
ik denk dus dat je de stichting daar erg knel mee gaat zetten. Mijn frak
tie kan zich in het voorstel, zoals het college dat doet, best vinden en
ik heb mijn opmerkingen over het model, het verhuurmodel wat we gekozen
hebben, heb ik alleen maar bedoeld om te zeggen in het licht van die taak
stelling die toch wel fors afwijkt van het bedrag wat dit jaar beschik
baar is, zouden we nog eens met de gebruikers en met de stichting met name
moeten praten of dat model wat we voor hen gekozen hebben voor hen wel
het beste van toepassing is.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, met betrekking tot die af
schrijving, daar ontgaat mij dus min of meer de logica, maar dat kan wel
aan mij liggen. Er is dus een inventaris en daar wordt dus niet op afge
schreven. Nu heb ik in eerste termijn daar geen duidelijke reactie gehad,
toen heb ik gevraagd naar de rol, dus wat is nu de importantie, de belang
rijkheid dus van de financier c.q. schenker. Daarnaast is het zo dat wij
toch de overtuiging hebben dat wanneer er op die inventaris afgeschreven
wordt, dat dus de vereniging, de stichting, de mogelijkheid krijgt om aan
een stukje vermogensvorming te doen. Daar is het uiteindelijk voor bedoeld.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROPJa, ik wilde toch nog een kleine opmerking er
aan toevoegen. De wethouder zegt dat wij een schenking krijgen, maar ik
denk dat wij ook van die schenking profiteren, want anders hadden wij
ook de inventaris aan moeten schaffen en waren we wel direkt begonnen met
een afschrijving en daarom denk ik dat het wel zinnig is om die afschrij
ving direkt mee te nemen.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de zaak is uitvoerig in de commissie
geweest en het is niet altijd unaniem. Op dit punt wel.
De VOORZITTER: De voorzitter is ook lid van de commissie toch.
De heer RENNINGS: Jazeker, maar de andere leden dan de voorzitter hebben
unaniem geadviseerd, maar terug naar het voorstel. Kijk ik vind het ook