-4-
als ik kijk naar die subsidie-aanvraag over '84, die zou op 1 juli '83
binnen moeten zijn. Hij is binnengekomen op 17 september '85, meer dan
twee jaar later. Ik denk dat we dan inderdaad van de gekke bezig zijn als
we daar nog op in zouden gaan.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de visie van de VVD-fractie
is dat we best begrip op kunnen brengen wanneer er bij bepaalde verenigin
gen vertragingen ontstaan, met betrekking tot het indienen van subsidie
verzoeken door welke oorzaak dan ook, maar anderzijds is het zo dat er
onder andere in tijd gedacht toch bepaalde grenzen gehanteerd moeten wor
den en het verzoek om subsidie '84/'85 is wel erg laat binnengekomen. We
kunnen ons dan ook vinden in het voorstel tot afwijzing. Deze afwijzing
zou kunnen resulteren in het feit om het voor '86 dus wat op een vroeger
tijdstip te doen.
De VOORZITTER: Met deze uitleg weet ik niet of mevrouw De Raad behoefte
heeft aan een tweede termijn. Ik begrijp dat uw procedurevoorstel weinig
adhesie krijgt.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROPJa, dat begrijp ik en ik ben ook in de commissie
in eerste instantie er mee akkoord gegaan, ook door het ontbreken van de
feiten die ik nu opnoem en ik vind het, ja, ik zou het bijzonder betreuren
als het West-Brabants Symfonie Orkest door het niet krijgen van de subsi
die toch kans krijgt dat het misschien minder kan doen en dat het voort
bestaan aangetast wordt. Dat vind ik erg jammer.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voozitter, ik vind dat nu de zaak in een pro
cedure-situatie is gekomen, want nu wordt er gezegd van kijk, we stellen
termijnen wanneer iets verlopen is, wanneer de zaken besloten zijn en
als u dan naar aanleiding van dit voorstel wil kijken wat er in eerdere
jaren is gebeurd, dan kunnen we dus kijken naar eerdere indieningen van
verzoeken die te laat zijn ingekomen en dan ontstaat er automatisch een
precedentwerking. Ik denk dat we daar rekening mee moeten houden, want
is dan het precedent dat we zeggen van na twee jaar mag het niet meer,
welke termijn hanteert uw college daarvoor of welke termijn hanteert de
raad voor overschrijding van de datum in het programma specifiek welzijn
en als ik dan bijvoorbeeld in een ander programma kijk van 1983, dan wordt
zelfs nog subsidie gevraagd over de jaren '81 en '82. Dat is daarin ook
opgenomen en dat wordt toch ook onderschreven. Er zijn wel meer gevallen
bekend waar het na een bepaalde datum alsnog in behandeling is genomen.
Ik denk dat we dan ook moeten kijken naar wat voor beleidslijn willen
we daarop gaan toepassen.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik denk dat ten aanzien van wat me
vrouw De Raad nog in laatste instantie inbrengt, dat het wellicht zo zou
kunnen zijn, dat nu wij dit voorstel doen het West-Brabants Symfonie Orkest
daardoor in dusdanige moeilijkheden komt, dat zij wellicht twijfelt aan
het voortbestaan daarvan. Dat blijkt overigens niet uit de cijfers die
ter inzage liggen. Er is een batig saldo over 1984 en ik kan me dan ook
niet voorstellen dat het zo is, want dan zou het in eerdere instantie denk
ik bij de instelling zijn opgekomen om toch eens na te vragen waar die
subsidies bleven. Financieel denk ik niet dat er zoveel problemen zijn,
althans dat is mij niet duidelijk geworden en ook duidelijk gemaakt dat
we daarvoor moeten vrezen. Ten aanzien van hetgeen de heer Wijnen zegt
met betrekking tot termijnen. Ik moet u zeggen dat het niet in mijn herin
nering zit dat we in het programma 1983 ook subsidies hebben opgenomen
van voorgaande jaren. Dat staat me niet bij. Van voorgaande jaren zeg ik
met nadruk. Het is wel zo dat wij ten aanzien van heel wat verenigingen
moet ik zelfs zeggen, een kleine overschrijding, een overschrijding van
een maand of enkele maanden, in het verleden hebben toegestaan. Juist,