-25-
de duidelijkheid hebben die we willen. Hie diep gebeurt het Nou, letter
lijk tot 6 meter. De putten zijn tot 4 meter diep geweest en men zal tot
op 6 meter diepte grondmonsters en watermonsters nemen. Dat is gebaseerd
op de eerste rapportage en ook het figuurlijke is daarop gebaseerd, want
men heeft aan de hand van dat eerste vervolgonderzoek, dus het vorige on
derzoek, vastgesteld dat op een aantal plaatsen moet worden vastgesteld
hoe het staat met lood en zink en op een aantal andere plaatsen lood, zink
en koper. Daarnaast zijn er dan nog die watermonsters, maar in hoofdzaak
komt het toch daarop neer. Met betrekking tot de omgeving is er vastge
steld dat er een paar plaatsen zijn, zeer duidelijk aan te geven, verband
houdend met de vroegere lozing in de haven en overstort in de nabije sloot,
waarvan bekend is dat het in dit kader meegenomen moet worden. Verder was
er nog zo'n moeilijk woord, het, nou het was het grondwater. Oh het frea-
tische water, het freatische grondwater. Nou, in ieder geval het grondwa
ter op de echte bodem. Daarvan stelt men de richting van een eventuele
verplaatsing vast en aan de hand daarvan wordt dus bepaald of het nodig
is om nog enigszins uit te breiden. Met betrekking tot de vraag van de
heer Rennings en de heer Wijnen sloot daarop aan. Het is niet zo dat er
op dit moment door het Hoogheemraadschap nieuwe verontreinigingen worden
aangericht, want het Hoogheemraadschap aanvaardt slechts in een gesloten
systeem. Probleem daarvan is dat de berging van ons rioleringssysteem
daarmee groter moet zijn. We zijn bezig met te berekenen hoe die aanpas
sing zou moeten plaatsvinden en komen met een voorstel daarop gericht zo
dra we daar inzicht in hebben. Wij moeten bergen als het Hoogheemraadschap
niet kan lozen en dat betekent dat we een aantal keren als gemeente hebben
moeten lozen in de sloot. De overstort die er in het verleden heeft
plaatsgehad wel voor rekening van het Hoogheemraadschap in de sloot, daar
is wellicht wel een relatie mee te leggen. Dat zat in het laatste deel
van mijn antwoord net aan de heer Huijpen. Ik denk dat het goed is om in
navolging van de heer Wijnen de besluitvorming hier nog wat aan te scher
pen. We hebben eerder al dat operationeel maken er in opgenomen. Ik denk
dat het goed is om ook te vragen of het rapport zich wil uitspreken over
de veroorzaker van schade opdat we dan inderdaad ermee af zijn als
dit rapport straks over een maand of vier hier op tafel ligt.
De heer WIJNEN:Moet ik dan concluderen, mijnheer de voorzitter, dat het
overstorten in tijden dat er geen hoogwater-bezwaar is, om het zo maar
uit te drukken, dat dat nu niet meer plaatsvindt
De VOORZITTER: Ja.
De heer WIJNEN: Dus er is een voorziening getroffen dat alleen in tijd
van grote regenval
De VOORZITTER: In excesieve situaties, dus als de persleiding het niet
aankan, dan kan het dus niet in het gesloten systeem worden opgenomen en
dan moet de gemeente zelf voor de berging zorgen en die is er nog niet.
De heer WIJNEN: Sinds wanneer is nou die verandering opgetreden in de
systematiek van waterbehandeling Want ik heb nog onlangs gehoord van
ettelijke bewoners dat ook al valt er helemaal geen neerslag in het Ouden-
bossche gebied, dat er toch pers- en leidingwater in de sloten stroomt.
De VOORZITTER: Kijk, de oorzaak is op zich genomen niet de hoeveelheid
water die wordt aangeboden, maar de hoeveelheid die men kan verwerken.
Dus als er andere storingen zitten in het systeem, dan zou het ook nog
kunnen gebeuren, maar echt het moment dat zij het niet kunnen verwerken,
dan moeten wij zorgen voor de berging.
De heer WIJNEN: Nou, ik heb begrepen dat als er een uitloop plaatsvindt