-21- zijn voorkeur uitgaat naar het zo spoedig mogelijk aktualiseren van het welzijnsplan in plaats van dat andere plan of niet het aktualiseren en vernieuwen van het welzijnsplan, excuseer. Het hernieuwen van dat welzijns plan, dat u dat voorrang zou willen geven voor het akkommodatieplanik heb daar best begrip voor, maar ik denk niet dat we elke gelegenheid op de problemen waarmee het college kampt en ook de portefeuillehouder kampt, op tafel moeten. Op dit moment is het in ieder geval zo dat met het ak kommodatieplan, nu we dit op de rails hebben gezet, een aanvang moeten nemen en ik denk dat dat ook moet gebeuren. Wellicht dat het helpt als we met elkaar in de welzijnscommissie nog eens praten over de wijze waarop dat moet gebeuren en dat het misschien een wat bescheidener karakter krijgt om daar in eerste instantie aan wilde geven, in de zin zoals dat de heer Wijnen bedoelde. Nou, de heer Rennings die heeft met name nog gezegd dat hij toch ingenomen is met het feit dat wij willen proberen om dit nog in 1986 gereed te krijgen. Nou, ik wil dat nog eens onderstrepen dat het ons lief is om op de kortst mogelijke termijn inderdaad hier een voldoende en voor ieder aanvaardbaar einde aan te maken. Voorzitter, ik denk dat ik daarmee het mijne heb gezegd. De VOORZITTER: Ne, want ik denk dat de heer Wijnen nog een antwoord ver wacht op zijn suggestie om de opdracht voor die eenvoudige inventarisatie in overleg met algemene en bestuurlijke zaken tot stand te laten komen. We hebben het voornemen een tussentijdse vergadering te houden. Zou die zich daar niet voor kunnen lenen De heer VAN OOSTERHOUT: Nou, ik heb de suggestie anders opgevat, omdat mijnheer Wijnen bracht mij toen hij dat zei op het idee wat ik gisteren met de afdeling heb besproken om het eventueel te agenderen voor de wel zi jnscommissie omdat ook voorheen het akkommodatieplan in de welzijnscom missie is geweest en daarom heb ik dat eigenlijk nu maar geopenbaard, dat voornemen en ik hoopte en hoop dat de heer Wijnen dat ook een valide op lossing vindt. De VOORZITTER: Goed, wij kunnen allemaal rekenen. Mag ik de vraag die ik normaal gesproken aan het einde van de behandeling van een agendapunt stel eens omdraaien. Is er iemand die stemming vraagt over dit voorstel De heer WIJNEN: Niet over het voorstel als zodanig, maar over de suggestie die wij gedaan hebben. De VOORZITTER: De suggestie om met betrekking tot het voorbereidingsbe- sluit voor het middengedeelte de mogelijkheid open te houden om dat ook voor sociaal-culturele akkommodaties te laten dienen als de inventarisatie daartoe aanleiding geeft. Wie is er voor dat voorstel Ik stel vast dat alleen de fractie van het CDA voor dat voorstel is en daarmee is dat voorstel verworpen. De heer WIJNEN: Dat moet toch anders in stemming gebracht worden De VOORZITTER: Oh ja, dat moet inderdaad man voor man, neem me niet kwa lijk. Ja, nee, dat kwam omdat ik een beetje gefocust was op het idee als niemand stemming vraagt, dan kun je het inderdaad zo ineens doen, want meestal zijn we nogal snel geneigd om te stemmen, maar het hoeft uiteinde lijk niet hè. Nou we zullen niet veel meer duidelijkheid krijgen met de papiertjes die daar liggen. Ik stel vast dat de leden van de fractie van het CDA voor hun eigen voorstel zijn en de anderen niet, waarmee het voor stel is verworpen. Mag ik dan vaststellen dat het voorstel zoals het hier voorligt, daarmee wordt aanvaardt Akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 34