-15- De heer WIJNEN: Ja, er is toch een vrij grote overeenstemming heb ik ge merkt bij onder andere de Partij van de Arbeid op een aantal onderdelen met de suggestie die wij gedaan hebben en ook bij ONS.Ten aanzien van de beantwoording van de wethouder op mijn vragen zou ik het volgende willen zeggen. Naar ons idee moet er eigenlijk een eenvoudige inventarisatie plaatsvinden. Ik denk dat we dat niet te groots op moeten zetten want dan verstrikken we ons. Ik denk dat het van groot belang is dat de opdracht die daarvoor gemaakt wordt dat die in overleg met de raad, in ieder geval met ABZ in april hebben gehad. Ik denk dat het op zo kort mogelijke termijn van start moet gaan. Ik denk dat het zelfs de voorkeur verdient om een dergelijke inventarisatie of in ieder geval het voornemen om te kijken hoe je dat gaat doen, om dat eerder in de week te leggen en dat je dan inderdaad een snelle start maakt, want als je nu gaat zitten wachten dan gaat er kostbare tijd verloren, want wij, dat zult u wel gemerkt hebben, wij hebben al herhaaldelijk aangedrongen om in ieder geval het zaakje aan te pakken en dat dat dan weliswaar niet ieders instemming, maar de gedach te dat er geen besluitvaardigheid zou zijn die moet ik toch wel ontkrach ten, zoals de heer Den Braber zegt als een slak door de bocht, dat is niet zo, alleen voor ons idee was geen meerderheid, althans de laatste maanden niet meer, maar eerder wel. De heer DEN BRABER: We praten niet over dit voorstel exact, maar in ieder geval een half jaar geleden heeft het college al gesignaleerd van beste raad het voorstel zoals we dat in december '84 genomen hebben dat is niet uit te voeren met de middelen die daarvoor gevoteerd zijn en dan hebben we dus een half jaar nodig om dat bij te sturen. De heer WIJNEN: Nee, maar naar de raad is nooit die informatie gekomen. Daar is in de commissie over gesproken. De heer DEN BRABER: Dat is toch hetzelfde. De heer WIJNEN:Nee, nee, ik denk dat ik u dus heel nadrukkelijk moet zeg gen, de club die het besluit genomen heeft, daar moet je terug komen en niet gaan kijken of er nog een andere oplossing te vinden is met andere mensen. Ik denk dat op het punt van het onderzoek mijn gedachten duidelijk of onze gedachten duidelijk genoeg zijn. Dus snel van start, eenvoudig en op tijd gereed. Dan de gedachte van het opleveren van het gebouw. Nou, ik denk dat het van groot belang is om te streven naar een zo sober moge lijke uitvoering voor het deel wat aangevat gaat worden en waar de sociaal- culturele akkommodatie hoogstwaarschijnlijk, naar alle waarschijnlijkheid, laat ik het zo maar uitdrukken, zijn intrek zal moeten gaan nemen en dan blijft het van belang om daar zo laag mogelijke kosten, ook in de exploi tatiesfeer, ik denk dat het van belang is om daar naar te streven, maar dat is nu inmiddels wel gebruikelijk na de isolatie en dergelijke zaken, om ook de gebruikers niet met al te hoge lasten op te schepen. Ten aanzien van de capaciteit die vervolgens ook aan de orde gekomen is. Dan wordt gezegd van ja, het is vrij groot 22 bij 9 meter. Als ik me goed herinner dan zijn dat wel eens buitenwerkse gemeten maten, dus wat dat betreft moet u er een beetje rekening mee houden dat het wat inschrompeltWij hebben ons er niet over uitgesproken of het volledig nodig is. Wij hebben ons ook niet uitgesproken of het middendeel volledig nodig is. Wij zeggen al leen wij sluiten niet uit dat uit de inventarisatie blijkt dat voor het middendeel een claim op tafel komt. Dus naast het gedeelte ten noorden van het middendeel, dat daar op papier, laten we het dan maar zo uitdruk ken, of vastgesteld kan worden dat daar gegadigden voor zijn. Nou, ik denk dat we dat zo snel mogelijk moeten weten om op basis daarvan de betref fende schets-ontwerpen te maken die de mogelijkheid bieden om daaraan te gemoet te komen. Dus dat is eigenlijk meer een ander soort aanpak dan die

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 28