-14- terpreteren dat er van de zijde van de heer Wijnen ook een uiterste poging wordt gedaan om ja, als het enigszins kan gezamenlijk tot een oplossing te komen. Ik denk alleen dat het probleem in zijn voorstel is dat dat waar het CDA steeds heeft vastgehouden, zeg maar 2/3 van het totale gebouw de bestemming bijzondere doeleinden te geven en wat nu voorligt net als het overleg vanuit het college, de fractie van de VVD en de Stichting Woning bouw St. Bernardus, ja, dat dat leidt tot een toch van gekunstelde con structie als het gaat om het middengedeelte. Welke zekerheden liggen voor De noordvleugel blijft buiten het voorbereidingsbesluit daarmee, en ligt daarmee de bestaande bestemming bijzondere doeleinden nog steeds duidelijk vast. Dat is de intentie van iedereen. Alleen denk ik dat het vanuit de Stichting Woningbouw St. Bernardus gezien naar welke toekomst dan ook, misschien nooit, maar misschien wel over 15 jaar of over 10 jaar, men houdt rekening, mocht het moment ooit komen dat op basis van een ak- kommodatieplan van welk jaar dan ook, moge blijken dat de behoefte anders ligt, dat men daar dan op kan inspelen en in feite het casco al zo heeft uitgerust dat dat voldoende flexibel is om tot een woonbestemming te komen. Nou ik denk dat dat alleen al vanuit een dergelijke stichting een kwestie is van goed beleid, van vooruit zien, in ieder geval met zoiets rekening houden zonder dat je de zekerheden waar u met name en ook de overige frac ties om vragen, ten aanzien van de noordvleugel, op dit moment ook maar enigszins in het geding stelt. Dat is in ieder geval een duidelijke zaak. Praten we dan over het middengedeelte, de poort op zich, dan vind ik toch dat, met alle waardering voor uw zoeken naar een oplossing, uw suggestie van het combineren van wonen met op de zolderverdieping daarvan een ruimte bestemd voor sociaal-culturele doeleinden, dat dat ernstig moet worden ontraden. Ik denk dat het niet reëel is om aan een dergelijke constructie te denken. Wij spreken weliswaar vanavond geen bestemming uit, we nemen een voorbereidingsbesluit, maar dat doe je toch met de intentie om te ko men tot een wijziging van het bestemmingsplan. Die intentie zal toch in ieder geval duidelijk moeten voorliggen op het moment dat G.S. het besluit nemen over het wel of niet afgeven van de verklaring van geen bezwaar. Ik denk dat bij een dergelijke vermenging van bestemmingen we ons met een illusie bezig houden als het op medewerking van de zijde van de PPD in deze rekenen. Ik denk dat het verhaal voor de Stichting Woningbouw St. Bernardus een heel moeilijk verhaal, op zijn minst, zal worden, omdat in die constructie van 5 HAT-woningen toch moet worden teruggegaan ten minste naar 4, maar naar 3 lijkt mij reëler, omdat ook op basis van brandpreven tie, als het gaat om een sociaal-culturele akkommodatieer toch weer heel andere voorwaarden gesteld zullen worden en ook alleen daarom al meer ruimtegebruik daarmee gemoeid zal zijn. Nou, verder zal de zaak van ge luidsoverlast en dergelijke boven te creëren woningen een dergelijke ruim te gedacht wordt, dat zal ja ook weinig goedkeuring ontmoeten. Dus ik zou dat voorstel, met alle waardering nogmaals voor het zoeken naar een op lossing, wat ik daarachter zie zitten, toch ernstig willen ontraden. De VOORZITTER: Misschien is het goed om nog even te zeggen wat de beteke nis van de vraag van mijnheer Wijnen is en het antwoord van wethouder Van Eijkeren daarop. Als nu het zo dus is dat die noordvleugel dezelfde be stemming houdt, betekent dat dat de wijziging waarover steeds gesproken wordt met betrekking tot die akkommodatie naar woonbestemming, dat die uitsluitend kan plaatsvinden door een besluit in die richting van de ge meenteraad. Dat is niet iets wat in vrije keuze staat van de woningstich ting die het realiseert. Dus het blijft bijzondere doeleinden en op die grond kan dat niet tot woningbouw worden verbouwd. Dus daar moeten we heel duidelijk in zijn. Dat is in het belang van de vraag van de heer Wijnen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 27