-20- ken dat onze secretaris het voortouw neemt om te komen tot een soort pro tocol, wat de verhouding tot de vijf gemeenten levert en daar zit meer in dan alleen het roulatiesysteem, want het gaat ons met name om de infor matie. Nou, dat willen we allemaal goed regelen en vandaar dat we dus daarmee bezig zijn en half juni komt er een voorstel. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, daarmee is mijn enige vraag ook beant woord, want een overeenkomst of u noemt dat een protocol, met de overige deelnemende gemeenten is natuurlijk noodzakelijk, maar ik wil toch daar nog aan toevoegen het volgende. Dat het een goed initiatief van het streekgewest is in deze dat, via het D.B. van het streekgewest, dat is ons al eerder over de lippen gekomen, ik wil er toch ook nog aan toevoegen dat het intiatief wat het college heeft genomen een goed intiatief is ge weest, A. omdat we daarmee toch de belangen van onze gemeente op dit ter rein wat meer kunnen laten spreken en B. omdat dat initiatief er toe leidt dat er via een wijziging van de opzet die tot stand is gekomen nu, er ook financieel voor de gemeente minder lasten aan verbonden zijn dan we in een vorige situatie onder ogen kregen. De oude situatie, waarbij we min der zeggenschap hadden kostte ons meer. Door het initiatief wat de gemeen te heeft genomen is dat nu omgekeerd en ik moet zeggen dat dat een zeer goede zaak is, waar wij erg blij mee zijn. Dank u wel. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, kunt u op dit moment informatie verschaffen in hoe het R.W.I. nu gaat functioneren. Wordt er bij de wer ving van bedrijven volgens een verdeelsleutel gewerkt met betrekking tot de plaatsing of vestiging van bedrijven Welke criteria worden daarbij gehanteerd, ligging, oppervlakte, prijs van industriegrond, tipgeld Dat zijn allemaal volgens mijn inschatting nog onduidelijkheden waarvan we nog af moeten wachten in hoeverre dat in de praktijk dus op een redelijke wijze ingevuld gaat worden. De VOORZITTER: Nou, de opmerking van de heer Van Oosterhout, die hoef ik geloof ik niet te beantwoorden. Die van de heer Huijpen kan ik in deze zin beantwoorden dat, als de regelrechte acquisitie voor de verkoop van industrieterreinen tot taak van het R.W.I. had behoord dan zou het er niet gekomen zijn. Dan was de tegenstelling tussen belanghebbenden te groot geweest en dan hadden de belanghebbenden vermoedelijk nooit willen mee werken. Daarom is het niet geworden een acquisitietaak ten behoeve van de verkoop van industrieterrein, maar het werven van industrie naar de streek toe en geïnteresseerd in de streek weten ze dan wel de weg te vin den en wellicht dat we wat dat betreft nog wel een verwijzende functie, maar dan in zijn algemeenheid op ons nemen bij het R.W.I. maar het is nadrukkelijk niet de bedoeling om tot verkoop van industrieterrein over te gaan. Dat blijft een taak van de gemeente. De heer HUIJPEN: Is het nou zo, mijnheer de voorzitter, is het gevaar niet aanwezig dat bij het werven van industrieën dat het dan zeg maar een touwtrekken wordt tussen de deelnemende gemeenten van nou, waar gaat dus die industrie gevestigd worden. Begrijpt u wat ik bedoel De VOORZITTER: Ja, ik begrijp uitstekend wat u bedoelt. Ik wil slechts, maar ik realiseer me dat ik dan buitengewoon cryptisch ben, ik wil slechts wijzen op het feit dat wij ook bedacht hebben om met vijf andere gemeenten gezamenlijk ons in dezelfde positie te werken. De heer HUIJPEN: Ja, dat is duidelijk. Ik begrijp het waarom dus. Dat is dus om dat te voorkomen denk ik. De VOORZITTER: Er minstens bij te zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1986 | | pagina 115