-4-
De VOORZITTER: Ik stel voor om het voorstel van mevrouw De Raad over
te nemen en het inderdaad ten laste te brengen van de post onvoorzien
uit de algemene dienst. Akkoord
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
8. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel
21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gedeelte van het
bestemmingsplan "Industrieterrein aan de Mark"
De heer HUIJPEN: Akkoord met het voorstel, mijnheer de voorzitter.
Het aspect van de werkgelegenheid zoals u dat in uw preadvies hebt
aangegeven, weegt ook voor onze fractie erg zwaar. In het preadvies
zegt u dat een herziening van het plan wordt voorbereid.Moeten we dan
ook niet tegelijkertijd de wensen van de andere op het industrieter
rein gevestigde ondernemers onder de loep nemen. Dan zou ik willen
vragen of dat het mogelijk is extra aandacht te schenken met betrek
king tot de verkeersveiligheid bij de tweede inrit die er bij het Japa
gaat ontstaan.
De heer KLIJS: Voorzitter, bij dit voorstel moet je eigenlijk een
keuze maken van wat weegt het zwaarst. Het landschappelijk aanzicht
of de mogelijkheid tot wat meer armslag op de arbeidsmarkt. Ik denk
dat we wat dat betreft zeker voor het laatste mogen kiezen, maar mo
gelijk is het waarschijnlijk om bij die gebouwen die dan gebruik moe
ten maken van de toegestane hoogte er in een bepaalde vorm voorwaar
den aan te verbinden dat dat door een bepaalde soort aanplanting in
het totaalbeeld een milder aspect zou kunnen krijgen.
De heer VAN EIJKEREN: De eerste opmerking van de heer Huijpen, die
leg ik uit als een suggestie, welke hij doet met betrekking tot de
herziening van het betreffende bestemmingsplan. Ik kan me voorstellen
dat het de moeite waard is die suggestie in de commissie eens te be
spreken en eventueel om te zetten in een uitnodiging aan de daar ge
vestigde bedrijven met het oog op de naderende herziening, eventuele
wensen kenbaar te maken, zodat we in de afweging binnen de commissie
daar ook ons voordeel mee kunnen doen, maar ik stel voor uw vraag ge
woon in de commissie eens aan de orde te stellen. Met betrekking tot
de tweede inrit. We hebben in de commissie daar al over gesproken.
Het is een wens van de betreffende ondernemer. Wij hebben gezegd van
nou laten we dat even aanhouden, want een tweede inrit/uitrit aan de
Oudlandsedijk dat brengt weer een tweede knelpunt eigenlijk met zich
mee, omdat we daar nu juist enige veiligheid hebben proberen te schep
pen met name voor het langzaam verkeer. Bovendien is de situatie door
verschillen in terreinhoogte ook niet zo gemakkelijk, dus het zal
ook op het terrein zelf misschien toch meer investeringen met zich
meebrengen dan zo op grond van de kaart is voorzien. Vandaar dat wij
voorlopig even de mogelijkheid open houden om het stukje asfaltweg
wat haaks op de Mark gelegen is, om dat in de plannen te betrekken
en te bekijken of de circulatie die eigenlijk op het bedrijfsterrein
eigenlijk zou moeten kunnen ontstaan, of die langs die weg te realise
ren is en dat we dan een veiliger situatie zouden krijgen. Met betrek
king tot de opmerking van de heer Klijs, de eerste daar kan ik me bij
aansluiten. Het is inderdaad in dit soort situaties een afweging tus
sen landschappelijke waardering en ja de betekenis die iets dergelijks
heeft voor de werkgelegenheid. Nou ik denk dat het een beetje bij het
tijdbeeld past dat de schaal misschien wat gemakkelijker dan een aan
tal jaren geleden doorslaat naar het werkgelegenheidsaspect. Met be
trekking tot de beplanting. Het is natuurlijk zo dat vanuit het dorp